9 augustus 2009

Egyptische gedachten

...vrijdag 31 juli 2009...


Het is iets wat ik me al een aantal keer heb afgevraagd in de afgelopen jaren; sinds de politieke discussie over hoofddoekjes en burka's, om precies te zijn. In ons vaker-koude-dan-warme-zeeklimaat, zou ik misschien amper last hebben van de verplichting om zoveel mogelijk huid en vrouwelijke vormen te bedekken. Echter, hier in het semi-tropische Egypte, waar het kwik in de thermometer met gemak 40 graden Celsius haalt, waar de wind geen koel zeebriesje, maar een hete woestijnwind is en waar verbranden in de schaduw doodgewoon is, is dat een ander verhaal.

In de hitte van de vallei der koningen, klaagden wij, de Nederlanders, dat het zo warm was, dat we baadden in het zweet en dat nergens in de hele f*cking vallei een koopman ons blikjes drinken kon aanbieden, maar dat je wel iedere anderhalve meter een brutale verkoper van je af moest slaan omdat die ansichtkaarten van hem, net als die van zijn honderd vriendjes die we eerder tegenkwamen, écht niet interessant zijn, hoe goedkoop hij ze ook maakt... Terwijl wij zuchtten en steunden liepen een paar Islamitische vrouwen een graftombe binnen. Een mix van respect en afkeer borrelde in me omhoog. De vrouwen droegen een lange broek, een t-shirt met lange mouwen, en daarover nog een jurkje of rokje. Een hoofddoek maakte hun outfit compleet. Hoe ze het in al die kleren in de warme zon en hoge temperatuur uithielden was me een raadsel. (Dat alles zwart (of een andere donkere kleur) was, deed het daarbij zeker niet koeler lijken.) Een groter raadsel, echter, is wat mij betreft waarom vrouwen volgens hun geloof zo gekweld moeten worden. Vooral als je daarbij bedenkt dat de Islam voornamelijk hoofdgodsdienst is in landen waar de temperatuur zelfs in de 'koudste' winternacht korte mouwen en teenslippers toelaat. De God die dat heeft bedacht, heeft niet goed opgelet tijdens de aardrijkskundeles over klimaatsoorten en hun verdeling over onze aardbol.

Vandaag kreeg ik door middel van een levensecht voorbeeld antwoord op de regelmatig in mijn hoofd terugkerende vraag over hoe (en óf?) Islamitische vrouwen zwemmen.
Ze zwemmen, ja. Hoe? In kleding die wij Westerse mensen nooit als badpak of bikini zouden herkennen of benoemen: een lange legging-achtige-broek bedekt hun benen tot aan de enkels, daarop dragen ze een hoogsluitend t-shirt met lange mouwen, en net als bij hun dagelijkse outfit camoufleert een daaroverheen aangetrokken jurkje hun vrouwelijke vormen. Een, naar het lijkt, speciaal als badkledij gemaakte hoofddoek zit strak om hun haren gespannen. Wederom zijn deze outfits voornamelijk zwart. (Een kleur die ik hier in de felle zon zo min mogelijk in mijn kleren terug laat komen.) Geen ideale kledingkeus dus voor een dagje zwembadhangen in Egypte, wat mij betreft, maar voor die vrouwen -denk ik- de normaalste zaak van de wereld.

Ik kan niet kiezen tussen mijn respect en afkeer. Ergens bewonder ik de toewijding aan hun geloof. Zo'n grote opoffering zie ik de gelovigen om mij heen niet maken. Toch komen behalve het woord 'opoffering' ook woorden als 'onderdrukking' en 'dwingen' en 'vrijheidsbeperking' omhoog. Woorden die een flink nare bijsmaak aan mijn bewondering geven.
Bij mij zou niemand moeten proberen om me dat soort kledingvoorschriften op te leggen. Maar de Islamitische vrouwen zijn er natuurlijk mee opgegroeid. Aan de andere kant weet ik eigenlijk niet of dat zoveel uitmaakt. Zij zien immers ook de Westerse gebruiken en zijn daar misschien wel (gedeeltelijk) jaloers op...
Ik kan dus niet kiezen. Respect en afkeer wisselen elkaar af. Ik hoop in ieder geval dat de mannen van de betreffende vrouwen beseffen hoe groot hun opoffering is en ze daarvoor met gepaste respect en bewondering belonen.