30 december 2011

Goede voornemens.

Het is bijna zover. Morgen, middernacht, breekt 2012 aan. Traditioneel als we zijn vieren we dit met het eten van oliebollen, het drinken van champagne en het afsteken (of bekijken) van vuurwerk. We tellen de secondes af tot 12 uur en wensen elkaar dan een gelukkig nieuwjaar. Ondanks de doodgewoonheid van het feit dat op elke dag weer een volgende dag volgt, vinden we dit nieuwe jaar bijzonder. We hechten er betekenis aan en zien het als een nieuwe start met nieuwe kansen.
Dat laatste brengt me bij de traditie die ik hiervoor oversloeg: goede voornemens. Een hoog percentage van de mensen maakt ze, maar puntje bij paaltje houdt bijna niemand zich eraan. Zonde? Ik vind van wel. Je maakt ze immers niet voor niets.

Eigenlijk hebben we het hele jaar door voornemens, of beter gezegd; plannen. Plannen die soms wel en soms niet lukken.
Want wie kent het niet? Een lege zondag vol voornemens; dit in het huishouden, dat in de administratie, die ene vriendin eindelijk eens bellen... Als je aan het eind van de dag de balans opmaakt baal je van jezelf: niks gedaan, behalve wat bankhangen en rondlummelen. Van zo'n dag geniet niemand. Terwijl het juist heerlijk kan zijn om een bewust ingeplande relaxdag te hebben. Echter; ongepland is het geen succes. We stellen onszelf teleur en dat komt hard aan. Eén keer is uiteraard nog geen ramp, maar als hier regelmaat in zit brokkelt je zelfvertrouwen stukje bij beetje af. Als dit opstapelt ontwikkel je met een beetje pech een algeheel mislukt en hopeloos gevoel, waardoor je dan maar stopt met plannen maken, want ze lukken je toch niet...

Dat doemscenario is gelukkig niet van toepassing op onze goede voornemens voor het nieuwe jaar. Of ze nu lukken of niet, het zal je zelfvertrouwen niet drastisch veranderen. Desondanks geldt hetzelfde principe: je doet een belofte aan jezelf en houdt je wel of niet aan je woord.
Wat wel het geval is bij nieuwjaarsvoornemens is dat het vaak gaat over grotere doelen. Ik bedoel; het kan mij niks schelen of jij op die ene lege zondag wel of niet je huishouden doet, maar als jij in 2012 wil stoppen met roken of 10 kilo afvallen of minder drinken of meer sparen (oh, laat maar, het is crisis) is dat toch wat anders.

Geweldig, dat soort voornemens! Maar houd jezelf niet voor de gek, 2012 heeft geen magische krachten. Het feit dat het een nieuw jaar is gaat je niet helpen bij het slagen van je plannen. Jij bent zelf degene die de verandering moet maken. Maak daarom alleen voornemens waar je zelf echt achterstaat en houd het realistisch. Als je vandaag nog een pakje sigaretten wegrookt, een hele zak chips leeg eet, of een volle fles wijn leegkrijgt, is de kans extreem klein dat je dat overmorgen zomaar kan laten.
Maak dus concrete plannen, zorg voor een stappenplan als je voornemen niet in één keer te halen is, bedenk alvast wat je gaat doen als je het moeilijk hebt (hoe zoek je afleiding? wie vraag je om hulp?), zorg dat mislukken meer moeite kost dan slagen (dus geen sigaretten/snoepchipskoekjes/alcohol in huis halen!) en beloon jezelf voor elke overwinning! (en geef niet op bij een tegenslag) Het kan. Echt!

Of je plannen voor het nieuwe jaar nu groot of klein zijn, wereldveranderend of egoïstisch; ik wens je veel succes! Geloof in jezelf en ga ervoor!
En als je nou tot nu toe geen voornemens had voor 2012, neem je dan in ieder geval voor om alleen nog haalbare plannen te maken. Zorg dat je tevreden bent over jezelf; dat je je aan je eigen woord houdt. Misschien is dat wel het beste goede voornemen wat je kan hebben.

23 december 2011

Fijne feestdagen!

Met zijn allen eten,
kosten noch moeite gespaard.
Exclusieve lekkernijen
en luxe gerechten op de kaart.

Mooi verpakte pakjes onder de boom,
door de "kerstman" "stiekem" langs gebracht.
Meer cadeaus dan je kan dragen,
en leuker dan je had verwacht.

Is het overdreven? Al die weelde?
Verliezen we onszelf in overdaad?
Ach, er is niets mis met jezelf en anderen verwennen,
zolang je maar niet vergeet waar kerstmis eigenlijk over gaat.

Ik wens je daarom een vredige kerst,
gelukkige en liefdevolle dagen.
Geniet van het samenzijn met naasten,
en laat geen zorgen aan je knagen.

Ook in 2012 gun ik je het allerbeste;
geluk en gezondheid en ook liefde en wijsheid,
(genoeg mazzel om het leuk te hebben,
genoeg uitdaging om het spannend te houden)
maar natuurlijk bóvenal een ge-wel-di-ge tijd!

Fijne feestdagen!

18 december 2011

Het mysterie van de verdwenen sokken.

Eigenlijk kan het niet. Maar ik weet zeker dat jullie het allemaal hebben meegemaakt. Hoe georganiseerd of chaotisch je huishouden ook is; dit fenomeen komt overal voor.
Sokken koop je in paren. Logisch, gezien onze tweebenigheid. Je draagt ze ook tegelijk. Gooit ze samen in de was. Je doet ze met zijn tweeën in de droger of hangt ze aan de waslijn. En uiteindelijk belanden ze weer als paar in je kast.
Althans, in theorie. In de praktijk verdwijnen sokken. Spoorloos. En om nooit meer terug te komen.

Ik dacht altijd dat dat onzin was. Iets kán niet verdwijnen. Dingen kunnen kwijt raken, of van vorm veranderen, maar verdwijnen bestaat natuurkundig gezien niet. Die sokken zullen vast gewoon zijn kwijt geraakt, dacht ik altijd. Zo'n grote berg was.. en dan die kleine sokken... Die liggen vast achter de wasmachine of onder een kast ofzo. Die kom je dan vanzelf een keer tegen bij een grote schoonmaak of verhuizing. Niks mysterieus aan.

Toen ik uit huis ging en mijn eigen was moest gaan doen ontdekte ik al snel dat het niet zo simpel was. Een sok die kwijt is, zou je door goed zoeken moeten kunnen vinden. althans, in theorie (alweer). In de praktijk kan je zoeken tot je scheel ziet, maar een verdwenen sok laat zich niet zo makkelijk vinden.
Mijn eerste halve paar heb ik lang bewaard in de overtuiging zijn tweelingbroer nog terug te gaan vinden. Toen ik een half jaar geleden verhuisde en hij uiteindelijk nergens tevoorschijn kwam heb ik de eenzame sok toch maar weggegooid.
Waar ik in mijn vorige woning nog waste in een gezamenlijk washok, heb ik nu mijn eigen wasmachine. Waar die eerste verdwenen sok dus nog achter de machine kan zijn gevallen waarna hij door de schoonmakers is weggegooid, heb ik nu wat dat betreft alle touwtjes zelf in handen. Toen ik een tijdje geleden weer een sok kwijt was, heb ik dan ook goed gecontroleerd of hij niet achter mijn wasmachine of droger lag. Niet dus. En ook op andere sokkenverstopplekken heb ik hem niet kunnen vinden.

(Ik heb zelfs de optie dat de wasmachine ze 'opeet' overwogen. Niet heel reëel, maar je moet toch wat. Ik begreep al snel dat dit onmogelijk was, want de watergaatjes in de wastrommel van je wasmachine kunnen niet eens het allerkleinste babysokje opslurpen.)

Waar blijven die verdwenen sokken? Waarom zijn ze onvindbaar? En hoe komt het dat iedereen hier last van heeft, maar niemand een antwoord heeft?
'Verdwenen sokken' googelen levert 145.000 hits op (als ik straks 'publiceren' heb aangeklikt 145.001? of worden die getallen afgerond?) en de Engelse vertaling komt uit op bijna 5 miljoen resultaten!
Het is misschien een luxeprobleem (want geen verdwenen sok heeft mij ooit blootsvoets de dag door gedwongen) maar het houdt ons absoluut bezig! Misschien komt iemand op een dag met een oplossing. Tot die tijd blijf ik hoopvol mijn eenlingen opsparen...

28 november 2011

Trots?

'Je bent zeker ook wel trots op jezelf?', vragen mensen soms nadat ze hun eigen trots al hebben geuit. Na mijn afstuderen vooral. Het antwoord wat ik gaf was nooit bevestigend. Trots? Nou, nee. Blij dat ik eindelijk klaar was, dat wel. Maar trots? Ik had toch niks bijzonders gedaan? Ik deed gewoon wat ik moest doen om mijn studie af te ronden.
De personen die hierover in gesprek gingen met mij, vroegen soms verbaasd waarop ik dan wel trots was. Wederom was mijn antwoord dan niet naar verwachting. Trots? Geen idee...

Ik ken dat gevoel niet zo goed, geloof ik. Trots is pas passend als ik iets doe wat voor mij heel bijzonder is, iets waarvan ik niet had gedacht dat het me zou lukken. Dat wil niet zeggen dat ik nooit blij of tevreden ben hoor! Maar zolang ik presteer naar mijn eigen verwachting zit er niet meer in, ben ik bang.

Om te zorgen dat ik trots op mezelf ben zal ik dus dingen moeten doen die ik normaal niet doe.
Vandaag deed ik dat.
Gisteren al deed ik het voorbereidende schuurwerk, en vandaag schilderde ik 4 binnendeuren 'nootmuskaat-bruin'. Nooit eerder voerde ik een dergelijk project zelfstandig uit. Nooit eerder deed ik zo'n klus van begin tot eind in mijn eentje. Toen aan het eind van de middag het eind van de deuren in zicht was, realiseerde ik me dat mijn planning klopte, dat het goed was gegaan en dat het resultaat niet beter kon. Eindelijk overviel dat gevoel me: trots!

26 november 2011

GSM's anno 2011

14 was ik toen ik mijn eerste mobiele telefoon kreeg. Een tweedehands motorola. Ik zat in de tweede klas van de middelbare school en moest hiervoor elke dag 20 kilometer heen en weer reizen. Handig dus om naar huis te kunnen bellen als het openbaar vervoer vertraagd of volledig afwezig was. Meer dan bellen kon ik er overigens ook niet mee. In die tijd werd smsen namelijk nog niet door alle providers aangeboden. Een 'echte' telefoon dus.
Ik vond het maar wat stoer toen. Ook al kan niemand zich daar nu nog wat bij voorstellen; zo blij zijn met een telefoon die 'niks' kan. Want dat is toch hoe wij nu zouden denken over een telefoon die alleen kan bellen, ondanks dat dat de oorspronkelijke functie ervan is?

De eerste dag dat ik mijn telefoon had liet ik hem apetrots aan mijn klasgenoten zien. In de les borg ik hem netjes op. Met een tweedehands telefoon krijg je echter een tweedehands nummer en totdat alle contacten van de eerste eigenaar daarvan op de hoogte zijn, verstrijkt helaas flink wat tijd. Mijn telefoon ging dan ook meteen die ochtend af tijdens de les. Ik herkende mijn beltoon nog niet, dus keek ik samen met de klas rond, zoekend naar de schuldige, totdat ik besefte dat het geluid uit mijn jaszak kwam. Met een rood hoofd zette ik hem snel uit. De leraren moesten indertijd gelukkig nog net zo wennen aan die mobieltjes als wij, waardoor mijn lesverstoring onbestraft bleef.

We zijn nu 10 jaar verder. Telefoons kunnen naast bellen zóveel meer dat ik het hier niet eens ga typen. Het zijn kleine computers geworden. In 2001 hadden we dit als science fiction gezien die voorlopig geen realiteit zou worden. De mobiele telefoons zijn niet meer uit onze levens weg te denken.

Af en toe vraag ik me af hoe blij we moeten zijn met die ontwikkeling. Is het echt een verbetering? Zijn onze levens leuker geworden? Met een mobiele telefoon kan je áltijd iedereen bereiken. Met internet op je telefoon heb je áltijd alles voorhanden. Je kan iedereen bellen, alles opzoeken.. uitstellen is niet nodig. Is dat nou echt zo goed?

Soms denk ik van niet. Als ik in de bioscoop word afgeleid door de verlichte schermen van mobieltjes (wat ik écht niet snap.. want waarom betaal je 10 euro voor de film als je die film niet boeiend genoeg vindt om helemáál te kijken?), als een vriend(in) zijn/haar aandacht (onsuccesvol) verdeelt tussen ons gesprek en zijn/haar telefoon...

Ik zie mezelf niet als zo'n telefoonverslaafde (ook al baal ik wel hard als ik hem ben vergeten). Als ik alleen ben gebruik ik hem veel, maar in gezelschap vind ik het niet meer dan normaal om je telefoon op te bergen. En tijdens een film kijk ik naar die film. In de trein bel ik hooguit met een laag stemvolume en bij de kassa van de supermarkt pauzeer ik een telefoongesprek even uit beleefdheid naar de cassière.

Desondanks gaat volgende week mijn nieuwe telefoonabonnement in; weer mét een (flinke) internetbundel. Wordfeud is namelijk geweldig, overal treintijden en busdienstregelingen kunnen checken is erg handig, binnenkomende mails meteen kunnen lezen en eventueel beantwoorden heeft ook zo zijn voordelen en waar ik ook ben een berichtje op twitter of facebook kunnen plaatsen is ook fijn.

Ik hoop wel dat de 'rage' ooit wat zal afzwakken. Dat die telefoons weer wat meer een gebruiksvoorwerp worden en wat minder een extra plastic ledemaat. Want waar we op onze telefoon absoluut en zeker weten niks willen missen, missen we in het hier en nu steeds meer...

11 november 2011

Rijm.

Schrijven is voor mij als dichten zonder rijm,
hoewel gedichten zonder rijm ook heel mooi kunnen zijn.

Soms zijn liedjes ook zonder rijm,
maar misschien kan dat alleen als ze als grap bedoeld zijn.
(bijv. dit liedje)

Wat ik hier gebruik heet klinkerrijm,
iets wat misschien voor goede dichters valsspelen zal zijn.

Ach, ik blijf wel schrijven zonder rijm,
laat dat rijmen over aan zij die er écht goed in zijn.