31 maart 2012

Goed Doen

Het is bijna zover. Waarschijnlijk ben ik zo nog haastig thee aan het zetten of popcorn aan het maken omdat Ik hou van Holland (bijna) begint. De zon die een uur geleden nog voorzichtig mijn woonkamer in scheen, is inmiddels niet meer zichtbaar. Alleen de rode gloed in de verte verklapt nog de plek waar hij als laatst boven de horizon uitkwam. De schemering buiten zorgt voor steeds donkerder wordende huizen. Een moment dat we normaliter een rondje door de huiskamer lopen om wat licht te creëren. Maar vanavond niet. Van 20.30 tot 21.30 uur is het Earth hour. Iedereen die deelneemt doet tijdens dit uur juist alle lichten uit, om te laten zien dat we de toekomst van de aarde belangrijk vinden.

Ik doe mee. De volle 60 minuten. Ik heb een zwak voor dit soort acties. Het idee dat ik iets bijdraag, samen met mensen over heel de wereld, vind ik geweldig. Het gevoel van saamhorigheid met alle deelnemers, gecombineerd met het Goed Doen, maakt zelfs dat ik het zacht zeurende stemmetje in mijn hoofd over de minimaliteit van mijn bijdrage makkelijk kan negeren.
Ik zou graag meer Goed Doen. Mijn diepste 'ik' is een echte weldoener, maar puntje bij paaltje overheersen andere zaken; want eigenlijk kost Goed Doen in bijna alle gevallen teveel moeite of teveel geld (of nog erger: allebei). En helaas moet ik al veel moeite en geld verplicht afstaan, waardoor ik het beetje dat mij rest graag zelf houd.
Om deze gebrekkige weldoenerij goed te praten, houd ik mezelf voor dat ik 'later' wel heel veel Goed ga Doen. Dat ik ooit in de toekomst meer moeite en tijd aan allerlei goeds ga besteden, omdat ik dan meer van beide overhoud. Maandelijkse bijdragen aan talloze goede doelen, regelmatige vrijwilligerswerk-activiteiten en een wekelijkse boodschappenkar vol biologisch en ecologisch verantwoorde producten zullen ervoor zorgen dat ik me niet meer schuldig hoef te voelen. Wetend dat al dat Goed Doen in het verschiet ligt, kan ik nu prima met mijn minimalistische weldoenerij leven. Gelukkig maar.

Echter: als er dan een actie zoals Earth hour is, doe ik vol overgave mee. Niet omdat dat ene uur dat ik die ene lamp uit doe zoveel bijdraagt. Niet omdat we met alle deelnemers samen ons milieu kunnen redden van alle vervuiling. Maar wel omdat het belangrijk is om te laten zien dat we beseffen dat er maar één aarde is. De aarde zelf zal het nog miljoenen jaren uithouden. Maar zodra wij hier niet meer kunnen overleven, zal ons ras snel uitsterven. Misschien niet mijn probleem. Misschien niet eens van mijn kinderen of kleinkinderen. Maar het houdt een keer op. Hopelijk lukt het ons om de onvermijdelijkheid van dat moment tegen te gaan. Niet alleen door een uur het licht uit te doen, maar door écht een verschil te gaan maken.

Zo.
Dan ga ik nu maar die kop thee zetten en popcorn maken.
Gelukkig ben ik technisch slecht onderlegd. Anders zou ik nu misschien moeten beseffen dat de waterkoker laten koken en de magnetron tweeënhalve minuut laten werken meer stroom kost dan die ene lamp...

12 maart 2012

Als ik de baas zou zijn...

Ik doe het niet meer. Ik stop ermee! Ik wil er niks, maar dan ook echt niks, meer over horen!
Ik zal zorgen dat ik een CD aan heb staan in de auto op ieder heel en half uur; ik zal nu.nl uit mijn favorieten verwijderen, ik zal naar een andere televisiezender zappen zodra iemand met serieuze blik recht in de camera kijkt en zodra ik vermoed dat iemands zin, beginnend met woorden als 'heb je al gehoord dat...' of 'wat vind jij er eigenlijk van dat...' ongewenst gaat eindigen, zal ik mijn vingers in mijn oren stoppen en hard LALALALALALALA roepen, totdat diegene zijn mond weer sluit. Want ik ben er klaar mee. Het komt me mijn neus uit. Ik ben het spuugzat! Zolang nieuwsberichten zo negatief als ze nu zijn blijven, worden ze door mij geboycot!

Bezuinigingen, dood en verderf in het Midden-Oosten, crisis in het Westen, nog enkele bezuinigingen, oneindig duurder wordende benzine, weer wat bezuinigingen, steekpartij hier, dodelijk ongeluk daar, en natuurlijk nog meer bezuinigingen. Het is toch niet leuk meer? Dat vinden jullie toch ook? Ik kan niet de enige zijn die hier chagrijnig van wordt.

Natuurlijk is het niet alleen rozengeur en maneschijn in de wereld. Dat snap ik best. Ik kan ook echt wel een beetje slecht nieuws hebben. Maar het houdt ergens op. Dus trek ik een grens.
Althans... dat zou ik willen.
In werkelijkheid is het nieuws overal. Ook zonder krantenartikelen merk ik dat tanken steeds duurder wordt. Ook zonder nieuwsuitzending hoor ik de sirenes buiten. En ook als niemand mijn mening over actuele kwesties vraagt, hoor ik ze in de wandelgangen vanzelf voorbij komen. Het nieuws valt niet te vermijden. Hoe graag ik het ook zou willen; het kan niet.

Toch moet het wel wat leuker kunnen, vinden jullie ook niet? Een vleugje rozengeur door elke uitzending? Een lichtstreepje maneschijn over elke krantenpagina?
Als ik de baas zou zijn van het journaal zou ik het wel weten! Ik zou zorgen voor minstens 50% feel-good berichten. Iets over pasgeboren lammetjes, over van de zon genietende strandgasten, of over een mooie film in de bioscoop. Ik zou reportages maken over getalenteerde mensen, over mensen die zich inzetten voor een goed doel, of over een nieuwe tentoonstelling die de moeite waard is om te bezoeken. 'Komkommernieuws' zouden critici het denigrerend noemen, maar ik zou meer kijkers trekken dan welk ander journaal ook. Mensen hebben gewoon behoefte aan goed nieuws. Maar aan die vraag wordt nu door geen enkele nieuwsverschaffer voldaan. Zelfs het jeugdjournaal maakt tegenwoordig moedeloos. Om van de hopeloosheid die het 'grote mensen journaal' uitstraalt maar niet te spreken. Als ik de baas zou zijn, zou dat dus veranderen. Als ik de baas zou zijn, zouden we ondanks de narigheid in de wereld glimlachend het weerbericht ingaan. Als ik de baas zou zijn, zouden we weten dat er naast al die ellende nog veel meer mooie, leuke en fijne dingen gebeuren. Als ik de baas zou zijn, zouden mijn ochtendkijkers fluitend de dag beginnen en mijn avondkijkers een heerlijke nachtrust tegemoet gaan.

Bij deze dus mijn open sollicitatie.

11 maart 2012

"Ach, dat komt nog wel"

Zou ik lui zijn?
Ik vraag me dat soms serieus af. Liever niet hoor. Ik zou liever al mijn tijd maximaal benutten en nooit denken: "ach, dat komt nog wel", "zo'n haast heeft dat niet" of "later komt dit beter uit". De realiteit valt helaas tegen en de voorraad voorbeelden is onuitputtelijk.
Ik heb nog nóoit een volle vuilniszak meteen na het dichtknopen naar beneden gebracht. ("ach, dat komt nog wel", "zo'n haast heeft dat niet", "later komt dit beter uit") Een mail die meer dan één regel antwoord van mij vraagt, klik ik weg. ("ach, dat komt nog wel", "zo'n haast heeft dat niet", "later komt dit beter uit") Als mijn auto een lage bandenspanning heeft, een lege ruitenwisservloeistoftank of een kapot lampje kan er maanden zitten tussen met moment dat ik dit constateer en het moment dat ik er wat aan doe. ("ach, dat komt nog wel", "zo'n haast heeft dat niet", "later komt dit beter uit") En dan heb ik het voor het gemak niet over hoe lang het duurt voor ik mijn auto was als hij vies is. Want dat is al ruim een jaar de taak van de regen...
De lijst van dingen die ik 'eigenlijk al had willen doen' is zo lang dat het me zeker een week of twee zou kosten om weer met een schone lei te beginnen. Maar eerlijk gezegd is deze lijst ook amper korter geworden in de 5 maanden die ik werkloos thuis zat. Hoeveel tijd ik heb is kennelijk geen relevante factor in dit verhaal. Maar wat dan wel? Hoeveel zin ik heb? Hoeveel beloning ik ervaar? Ik weet het niet zo goed. Zo zittend achter mijn computer kan ik me de weerstand niet eens voorstellen, maar na het vervangen van een vuilniszak voelt het echt als een enorme opgave om er meteen mee naar de container te lopen. En het leegruimen van de vaatwasser duurt misschien 10 minuten? Maar toch staat de nieuwe vieze afwas al ruim een dag in mijn gootsteen te wachten tot ik hun schone varianten weer in de kast zet.

Het klinkt nu misschien alsof mijn huis een zwijnenstal is en ik alleen maar op de bank hang, wachtend tot mijn klusjes door de kaboutertjes gedaan worden. Zo erg is het niet, gelukkig. Ik loop wel achter de feiten aan, ben zeker geen perfecte huisvrouw, maar zorg toch wel regelmatig dat de boel weer aan kant is. Sowieso op momenten dat ik bezoek krijg; misschien geen ideale motivatie, maar het werkt wel.

Een heel apart hoofdstuk in dit verhaal is sporten. Ik ben zo iemand die een fitnessabonnement neemt en vervolgens de sportschool sponsort zonder van de faciliteiten gebruik te maken omdat ik wel absoluut van plan ben om te sporten, maar puntje bij paaltje teveel redenen (smoesjes?) heb om niet te gaan. Moe...spierpijn...druk...verkouden... Uiteindelijk realiseer ik me dat het niet werkt en zeg ik mijn lidmaatschap op. Om me al snel daarna te bedenken dat ik eigenlijk wel moet sporten: goed voor mijn conditie, nuttige tijdsbesteding, goed voor mijn gewrichten (hoe vaak de fysiotherapeut wel niet het belang van sporten heeft benadrukt...) en daarnaast is klagen dat je broeken strakker zitten maar er vervolgens niks aan doen ook niet handig.
Met bovenstaande achterliggende gedachten sloot ik anderhalve week geleden mijn derde abonnement in 5 jaar tijd af. Uiteraard met veel twijfels, want waarom zou het nu anders zijn? Diezelfde vraag stelde ik aan degene die mij rondleidde in de sportschool. Hij vertelde me dat zij meer afwisseling bieden, waardoor sporten leuk blijft, en dat ze met sportcoaches werken waardoor je in de gaten gehouden wordt: als je niet komt, trekken ze vanzelf aan de bel en gaan ze met je in gesprek. Dat klonk wel goed. Bovendien is het dichtbij. (en een maandabonnement is zo duur dat niet gaan alleen al daarom een schuldgevoel veroorzaakt)
Sinds anderhalve week sta ik versteld van mezelf. Tijdens mijn 12 dagen lidmaatschap ben ik 7 keer geweest. ZEVEN keer! Ik geloof het eigenlijk zelf amper. Ik heb aan 3 groepslessen meegedaan, heb  2 keer gezwommen en heb me 2 keer op de fitnesstoestellen uitgeleefd, waarvan één keer met sportcoach om een trainingsschema op te stellen.
Ik denk dat het gaat lukken nu. Het voelt anders dan andere keren. Ik vind het fijn om even te gaan sporten. Het voelt als ontspanning. (Minder ontspannend is overigens dat ik al ruim een week spierpijn heb, en dat ik na 5 minuten op de crosstrainer sta te hijgen als een oud vrouwtje en waar ik eerst minuten lang buikspieroefeningen kon volhouden stort ik nu na 5 sit-ups op de grond alsof de instructrice iets onmenselijks van ons vraagt. Doelen genoeg dus nog.)

Na het sporten pak ik thuis netjes meteen mijn tas uit; natte handdoek uithangen, sportkleren laten luchten of in de was. Daarbij kan ik niet denken "ach, dat komt nog wel", "zo'n haast heeft dat niet", "later komt dit beter uit", want iedereen weet hoe een sporttas gaat ruiken als je hem pas 'later' uitpakt. Vervolgens plof ik als vanouds op de bank. Want dat huishouden... "ach, dat komt nog wel", net als het beantwoorden van die mailtjes ("zo'n haast heeft dat niet") en al die andere dingen ("later komen die beter uit"). Met een beetje mazzel neem ik op weg naar de sportschool wel de volle vuilniszak mee. Ik kom immers pal langs de container. Zó lui ben ik dus ook weer niet!