14 december 2007

De Grote Denkfouten

Zoals veel van jullie misschien wel weten ben ik al wekenlang retehard aan het leren. Ik heb nog nooit zoveel tijd aan school besteed volgens mij, behalve misschien met mijn middelbare school examens.
Een week of twee geleden ontdekte ik dat al mijn leuke kleren in de was zaten en dat de inhoud van mijn wasmand al een aantal tientallen centimeters boven de rand van die wasmand uit was gestegen, dus ging ik wassen. Netjes hing ik mijn natte was uit op mijn superhippe droogtoren en alles wat al droog uit de droger was gekomen legde ik georganiseerd op mijn strijkplank. Ik besloot dat strijken er even niet in zat, ik moest immers leren. En de stapel die gestreken moest worden leek eerder een hele dag te kosten, dan maar een paar uurtjes, dus bedacht ik dat het handiger was om tussendoor alleen te strijken wat ik nodig had, en de rest tot het volgende moment dat ik weer tijd had te laten liggen. Een onwijs strak plan, vond ik toen.

Inmiddels heeft mijn wasmand alweer een inhoud van zo'n 2 á 3 machines, maar geschokt realiseerde ik me vanmiddag dat wassen onmogelijk is. Mijn droogtoren hangt immers nog steeds vol, mijn strijkplank is volledig bezet en tijd om het allemaal weg te werken heb ik óók al niet, want ik ben nog stééds aan het leren... Tadaaaahhh... Denkfout 1.
Van het voornemen om 'soms even wat te strijken als ik het nodig had' is overigens ook niet veel terecht gekomen. Ik ben gewoon verder gegaan met de minder leuke kleren uit mijn kast.
Dat is dus Denkfout 2.
Want..: het Grote Gevolg hiervan is: helemáál geen kleren meer om aan te trekken. Niet eens minder leuke. Alleen nog zomerdingen. Maar laat ik het nou nét gisteren officieel winter hebben verklaard...

Hoe ik het nu heb bedacht is als volgt: woensdag is mijn laatste tentamen, ik zorg dus dat ik donderdag inteken om te wassen. (We hebben een gezamenlijk washok, waar je moet intekenen om te kunnen wassen.) Tijdens dat wassen ga ik dan ook meteen strijken, waardoor mijn strijkplank en droogtoren weer vrijkomen voor de nieuwe schone was.
Nu maar hopen dat hier geen denkfouten in zitten...

13 december 2007

Mango's

Ik keek om toen ze zachtjes aan mijn jas trok. Haar gezicht herkende ik meteen. We waren in de C1000 op dat moment, maar in de AH is ze ook vaste klant. Verder weet ik weinig van 'r, behalve dat ze een hond heeft. En dat ze zo'n persoon is die je in één keer raden aan de goede hond zou koppelen. Honden en hun baasjes lijken namelijk soms op elkaar. Zij en haar hond zijn daar een uitstekend voorbeeld van.
Maar goed. Ze trok dus zachtjes aan mijn jas en ik keek om. Ik had op dat moment net een mango in mijn mandje gedaan en was nog een tweede aan het uitzoeken. Ik was dolenthousiast over de prijs van 79 cent, want Mango's zijn heerlijk, maar zó duur vaak, dat ik ze meestal niet koop. Voor 79 cent wilde ik er wel twee hebben, had ik besloten. Totdat zij me aan mijn jas trok, en ik omkeek.
Ze zei dat ze veel te hard waren, en dat ik ze niet moest kopen. Van verbazing zei ik niks. Waarschijnlijk herhaalde ze daarom haar opmerking nog een keer. Van mijn enthousiasme beroofd vroeg ik haar of het niet zou helpen als ik ze gewoon nog een tijdje liet doorrijpen. Ze antwoordde dat dat zinloos was. Want de vrucht zou binnenin al gaan rotten voordat de buitenkant goed zou zijn. 'Oh, ok', zuchtte ik. En ze liep weg.
Daar stond ik dan met mijn mango's. En wat moet je nou op zo'n moment? Of mijn reactie beleefd is of niet, maakt me niet zo uit. Maar of ik geld voor rotzooi ga betalen, boeit me wel. De mango in mijn handen legde ik terug. En na even twijfelen de mango in mijn mandje ook. Ze zal wel gelijk hebben... dacht ik. En ik ging verder met boodschappen doen. Na een tijdje realiseerde ik me dat mijn irritatie over dat korte gesprekje groeide. Waar bemoeide ze zich eigenlijk mee? Mag ik niet meer zelf leren van mijn foute beslissingen? Boven alles: ik wilde gewoon een mango.
Ik liep terug naar de groenteafdeling en legde één van de twee mango's weer terug in mijn mandje. Zo. Ik zou die vrouw eens een poepje laten ruiken, en over een paar dagen van een heerlijk rijpe mango gaan genieten. Ik ben er van overtuigd. Gewoon naast de bananen leggen, toch?

Toch???

12 december 2007

Het gras is altijd groener...

Op het moment dat ik het retedruk heb, lijkt het me altijd fantastisch om eens even alle tijd van de wereld te hebben. Nu is zo'n moment. Volgende week dinsdag en woensdag heb ik tentamens. Grote, belangrijke, moeilijke tentamens. En ik leer me kapot. Echt. En op zo'n moment als dit weet ik altijd honderd dingen die ik zou kunnen gaan doen als mijn tentamens klaar zijn. Geweldige dingen, waar ik nu intens van zou genieten, zeker weten.
Het rare is, weet ik inmiddels uit ervaring, dat ik nooit meer weet wat dan voor dingen zijn, op het moment dat ik het niet zo druk heb. Op zo'n moment verveel ik me, en wens ik meestal dat ze die drukte wat meer over het jaar kunnen spreiden. Het is zelfs zo dat de dingen die me nu zo fantastisch lijken, op dat moment helemaal niet meer zo boeiend zijn. De vorige keer heb ik namelijk een lijst gemaakt van al die leuke dingen, met het voornemen ze allemaal te gaan doen in de vakantie. Je begrijpt het al... daar is niets van terecht gekomen.
Ik begrijp dat niet. Wil ik dan altijd hebben wat ik niet kan krijgen? Is het gras altijd groener aan de overkant?

Waarom lijkt het me nu zó heerlijk om die ene waarschijnlijk-niet-zo-goede-film die net begon helemaal af te kijken, hoe rampzalig slecht hij ook gaat blijken te zijn, gewoon omdat het fantastisch is om lekker een avondje ontspannen met wat te drinken en te eten op de bank te hangen... Waarom is het zo dat ik dat over een maand helemaal niet zo interessant zal vinden? Ik begrijp dat niet. Maar toch is het zo.

Op dit moment moet ik leren. Keihard. En ik wil liever allerlei leuke dingen doen. Straks, als ik klaar ben, vind ik dit dingen niet meer zo leuk. De ironie van het leven

...Ik sla maar weer eens een boek open...

7 december 2007

Toch niet machteloos?

Herinneren jullie je dit logje nog?

Het gaat over het vak seksuologie, waar ik me vorig jaar onmogelijk voor in kon schrijven, omdat de grens van 120 cursisten al binnen 7 minuten was bereikt. Ik was boos, geïrriteerd en verontwaardigd, zoals de titel van dat logje ook al zei en heb een flinke klachtenmail gestuurd.
Ik kreeg uiteindelijk als reactie: 'sorry, het is nou eenmaal zo'. Héél frustrerend. Maar ja. Daar kan je als machteloze student weinig aan doen.


Echter: misschien heb ik meer macht dan ik dacht. Of misschien hebben ze daarna nog eens 50 klachten binnen gehad en heeft dát zijn invloed gehad...
Hoe dan ook: dit jaar is er geen inschrijvingslimiet voor het vak. Iedereen mag mee doen, iedereen mag zich inschrijven.
Er wordt naar ons geluisterd. Er wordt écht geluisterd naar wat wíj vinden!
Écht wel fijn...

6 december 2007

Verbazing alom.

Met mijn capuchon over mijn hoofd getrokken liep ik door de miezer-regen zo snel mogelijk naar de bushalte. Koukleumend wachtte ik op mijn rit naar huis.
Ik zag de vrouw al aankomen. Het duurde even voordat ze de drukke weg naar het bushokje was overgestoken. Eenmaal bij mij aangekomen keek ze, duidelijk last-hebbend van het weer, naar mij en toen weer naar de regen.
Toen kwam de vraag die mij zo ontzettend verbaasde:
Heb je er last van als ik onder het afdakje rook?

Nee hoor, antwoordde ik in volle oprechtheid. (Bovendien had ik haar bij een ja-antwoord de regen in gestuurd.)

Een halve seconde later realiseerde ik me opeens hoe bijzonder deze vraag was, ondanks dat hij juist heel gewoon zou moeten zijn. Niemand vraagt ooit in het openbaar of in de buitenlucht of cafeetjes waar je (nu nog) mag roken, of omstanders last hebben van de rook. Deze mevrouw wel. Even wilde ik zeggen dat ik het bijzonder vond en dan vooral bijzonder vriendelijk en meedenkend dat ze dit aan me vroeg, maar ik liet het moment voorbij gaan.

Ik probeerde warm te worden.
Zij genoot van haar sigaretje.
En ik nog even van haar vraag.

4 december 2007

Niet eerlijk.

Zouden jullie het niet ook allemaal wat eerlijker vinden, als het op mijn verjaardag gewoon eens een keer lekker weer zou zijn?

Een graad of 20, warm zonnetje, zacht windje...



Maar nee:
Maximaal 8 graden celsius, 60% kans op regen en een sterke wind met stormachtige momenten.



Gelukkig creëer je gezelligheid zelf.

29 november 2007

Kleutervandaaltjes.

Kunnen al die kleuters die vinden dat ze zo nodig moeten 'protesteren' (ja, aanhalingstekens, of vinden jullie alles-slopen-wat-je-tegenkomt-zonder-te-weten-waar-je-het-over-hebt het woord zónder aanhalingstekens waard?) niet eens even hun rekenmachine erbij pakken en de simpele som 1040/40 uitrekenen? (Het kan zelfs uit je hoofd, maar dat kunnen ze tegenwoordig niet meer, schijnt.) En als ze die uitkomst hebben, willen ze zich dan even diep gaan zitten schamen in de schoolbanken en daar niet meer uitkomen totdat ze groot en wijs in plaats van klein en ontzettend dom zijn?

*diepe zucht*

Het zit zo: 1040 uur per jaar is verplicht. Een jaar heeft 40 schoolweken. Dat betekent dat er in één week 26 uur les moet worden gegeven. "Oh, jee, wat veel!" roepen die herrieschoppers. Nou, alsjeblieft zeg. 26 uur les is zo'n 5 uur per dag. Als ik in mijn middelbareschooltijd 5 uur per dag les had noemde ik zo'n dag 'lekker rustig', want dat waren er niet veel hoor. Meestal zat ik gewoon van half 9 tot 16 uur op school. Geen 5 maar 8 uur.
Ze mogen van mij een hoop beweren. Leraren moeten beter worden, prima. Schoolboeken moeten worden vernieuwd, prima. Meer interactief lesmateriaal, prima. Maar ga niet lopen zeiken dat 5 uur per dag les hebben te veel is, want dan gaat de echte wereld waarin 40 uur werken per week heel normaal is, zó hard tegenvallen...

*zucht*

Stelletje népprotestanten... Ga toch lekker met je lego/barbies spelen.

20 november 2007

Voor mij ook geen wiel(been?)klem op mijn schimmel.

Reclames willen je eigenlijk per definitie overhalen tot dingen die je daarvoor nog niet wilde.

Ik heb ondervonden dat dat helemaal niet erg is.

Want ook al is het niet helemaal passend bij het idee wat ik heb van Sinterklaascadeautjes kopen, past het wel ontzettend goed bij het tijdgebrek waar ik aan lijd:

ik winkel vanuit mijn (luie?) bureaustoel bij bol.com en ben binnen een klik of 10 klaar voor 5 december. Net zoals Sinterklaas, volgens de reclamefilmpjes.
(Op het gedicht na, overigens. Dat maak ik natuurlijk gewoon zelf. Schande aan de mensen die dat anders doen!)

Oh kom er eens kijken... wat er in mijn brievenbus ligt...

Heerlijk!

17 november 2007

Sterren bouwen met dominosteentjes.

Ruim 4 miljoen steentjes moesten er vallen gisterenavond. Het was de bijna-tiende-dominoday (8e of 9e ofzo.. wie houdt het bij, behalve degenen die de steentjes ook daadwerkelijk tellen?). Ik kijk al niet meer sinds de bijna-vijfde, dus eigenlijk was het puur toeval dat ik tijdens wat heen en weer gezap op SBS6 bleef hangen. Puur toeval, omdat al mijn 17 Nederlandse zenders rotzooi aan het uitzenden waren. Ik had net zo goed naar de 800e herhaling van de TMF-awards kunnen gaan kijken. Toch bleef ik hangen bij de steentjes. Mijn aandacht werd getrokken door een zogenoemde bilders challenge. Twee steentjeszetters moesten in een zeer korte tijd een rij met steentjes zetten, en als ze dat niet snel genoeg deden zouden een steentje of 400.000 blijven staan. De kans op het halen van het wereldrecord lag in hun trillende handen.
Mijn klomp brak een beetje. Want wat willen we nou eigenlijk? Willen we een nieuw wereldrecord plaatsen, of willen we de kijkcijfers zo hoog mogelijk krijgen door zoveel mogelijk spektakel en sensatie toe te voegen? Absoluut en zonder twijfel het laatste.
Hoe onzinnig is het om zo'n brug, die die twee uitverkoren steentjeszetters 'even snel' moesten bouwen, niet alvast van te voren te bouwen, zoals ze ook met alle andere 4,499,900 steentjes hebben gedaan? Waarom bouwen ze zo'n extra risico in als dat de kans op het record verkleint?
Kennelijk is dat record niet meer belangrijk. Ondanks al het gehuil na het teleurstellende nieuws, is dat de enige conclusie die ik kan trekken. Jammer. Want programma's die draaien op hun kijkcijfers worden al snel minder leuk. Die kijkcijfergeilheid maakt dollartekentjes in de ogen van de programmamakers. Ze plakken er een zeer rendabel belspelletje aan vast, vragen anderhalf miljoen voor een commercial van 30 seconden tijdens één van de reclameblokken en de officiële sponsors zullen al wel helemáál bakken met geld hebben neergelegd. En om de kijkers ieder jaar weer binnen te halen, moet het vernieuwend, spannend en geweldig zijn. Dus kozen ze voor bilders challenges... (vorig jaar ook al, overigens, hoorde ik vanmorgen, toen was het echter minder fataal). Zonde hoor. Want nu hebben die chinezen (of waren het japanners?) over een half jaar niks te verbeteren, behalve hun eigen record.

Wat mij betreft verzinnen ze weer wat nieuws. Iets zonder dominosteentjes. Paalzitten ofzo. Torens bouwen. What ever.
Of doe een 'sterren bouwen met dominosteentjes'-show. Maak Nance en Joling presentatoren en succes is gegarandeerd. Zijn we ook meteen van dat gedans en geschaats af. Dat is een leuke afwisseling op het dansen en schaatsen.
Zal ik maar meteen patent/copyright/hoe-dat-ook-heet-bij-tv aanvragen?

15 november 2007

De acht en een half.

Toen ik hoorde dat ik een cijfer zou krijgen voor de presentatie die ik vorige week woensdag uit mijn losse pols had gegeven, omdat ik pas midden in de nacht was begonnen met het voorbereiden ervan, met de gedachte 'het gaat erom dát ik hem doe, niet hóe ik hem doe', viel ik op een haartje na om van schrik.
Degene die mij zo deed schrikken, stelde me al snel gerust. Míjn presentatie ging namelijk goed, zíj moest zich juist zorgen maken, want zíj had het verpest! Natuurlijk was het toen mijn beurt om haar gerust te stellen. Gelukkig kon ik dat ook oprecht doen. Er was namelijk niks mis met haar presentatie.
Een uurtje later kregen we onze cijfers terug. Er kwam een voorzichtige 'joehoe' uit mijn mond, toen ik zag dat ik een acht-en-een-half had. Opgelucht en blij keek ik verwachtingsvol om me heen.
Zíj-die-haar-presentatie-had-verpest slaakte naast me een zucht van verlichting. Op haar blaadje stond exact hetzelfde cijfer. De jongen naast haar deelde eveneens ons cijfer, en het meisje achter ons ook. Mijn joehoe-gevoel zakte al een beetje op dat moment, maar kwam op een dieptepunt toen het meisje voor me een 9 bleek te hebben gekregen.
Ik zou natuurlijk kunnen denken: de vijf presentaties van vorige week waren allemaal heel goed! Toch voelt een acht-en-een-half heel anders als dit cijfer én het laagste, én het meest voorkomende cijfer is. Raar is dat... dat de blijdschap over een gekregen cijfer afhangt van wat de anderen hebben gehaald. Natuurlijk ben ik blij met mijn cijfer, begrijp me niet verkeerd, maar mijn gevoel heeft het level van mijn eerste joehoe-reactie niet meer gehaald. En dat is jammer. Want iedere acht-en-een-half zou zo'n gevoel verdienen, toch?

10 november 2007

Het einde van een gesprek.

Ik: Ik ben gewoon eerlijk!

Hij: Nee, je bent gewoon lief.




---

Wat kan je daar nou nog tegen in brengen? *haalt schouders op*

24 oktober 2007

Klacht.

Quote van vriend:

"Ik ga van de week Redband bellen.
Stophoest stopt de hoest namelijk niet!
&%$#@#$%^"

9 oktober 2007

De dag vol mogelijkheden.

Kennen jullie dat?
Dat je wakker wordt en denkt: ik heb zeeën van tijd vandaag, hoe zal ik al die tijd eens efficiënt gaan besteden? En dat je dan bijna naar bed gaat en denkt: wat een nutteloze dag. Ik heb werkelijk niets gedaan.

Ja? Nou, voor mij was vandaag zo'n dag.
Nog moe van het weekend sliep ik uit tot 10 uur. Goed uitgerust sprong ik uit bed, moest meteen mijn telefoon opnemen, want die trilde bijna van mijn tafel af, overlegde even met mijn huisgenootje over de telefoon over onze hopeloze zoektocht naar een nieuw huisgenootje, hing weer op en ging ontbijt maken. Wat ik tussen ontbijt en lunch heb gedaan weet ik niet meer, eigenlijk. Ik heb wat piano gespeeld en gezongen. En ik heb even een outfit uitgeprobeerd voordat ik me aankleedde waarvan ik dacht dat hij mega-hip zou zijn, en dat was hij. En ik heb de reclame folders bekeken. Maar daar is dus een stuk tijd verdwenen door nutteloze dingen te doen. Zeker weten, anders had ik me wel herinnerd wat het was dat ik deed.
Na mijn lunch nam ik me voor om te gaan afwassen. Deed eerst even mijn laptop aan om mail te checken. En toen was het opeens vijf voor vijf. Geschokt realiseerde ik me dat ik nog niet eens make-up op had, geen lenzen in, nog geen tanden gepoetst, en al helemáal niet klaar om weg te gaan op weg naar zangles. (En natuurlijk nog niet afgewassen.) Ik was nog op tijd, na wat gestress en gehaast.
Na zangles kwam ik thuis om half zeven. Het overleg over het zoeken naar een nieuwe huisgenootje ging meteen verder, want onze hospitatieavond viel simpelweg in het water. Er zou eventueel nog één meisje komen, was onze conclusie. Maar op dat moment hoorde ik mijn sms-toon en daar stond in dat dat meisje níet meer zou komen omdat ze al een kamer had. Gefrustreerd maar ook tevergeefs zochten we naar andere oplossingen.
Door het feit dat de hospitatieavond niet doorging, had ik weer tijd over. Dus ik ging even met mijn eten achter mijn laptop zitten. Om half 9 klopte mijn andere huisgenootje op mijn deur. Of dat meisje nog kwam. (Oeps!) Ik verontschuldigde me dat ik het haar niet op tijd had verteld, en legde de situatie uit. Zij vertelde dat ze wel een klasgenootje had die een kamer zocht. Huisgenootje 2 werd erbij gehaald, en enigszins opgelucht konden we met zijn 3en besluiten dat zij het dan maar moest worden. Ik zocht in die tijd mijn afwas bij elkaar en bracht die naar de keuken. Waste af met wat muziek op de achtergrond. Droogde ook alvast de helft af (de andere helft mag dat zelf regelen door middel van verdamping). Daarna, om half 10, strandde ik weer achter de computer. Na een half uur besloot ik dat ik maar beter naar bed kon gaan, omdat ik morgen weer om 6 uur op moet voor college. Maar tegelijkertijd met dat besluit kwam de schok dat ik daar eigenlijk wel een artikel voor had moeten lezen. Na gekeken te hebben hoe lang deze was (40 pagina's...), besloot ik alsnog te gaan slapen. Daar had ik 4 uur voor moeten uit trekken (10 per uur, reken ik altijd). Jammer maar helaas dus.

Schrikbarend, is het niet? Ik ben ruim 12 uur wakker geweest, en heb werkelijk alleen de dingen gedaan waar ik niet onderuit kon komen. (Eten, zangles en de afwas -anders had ik geen borden en bestek meer-.) Ik heb niet opgeruimd, niet gestudeerd, niet gesport, niets leuks gedaan...
Het erge is dat ik een conclusie als dit veel vaker moet maken als ik aan het eind van de dag 'de balans opmaak'. Mocht iemand weten hoe ik dit soort 'mislukte' dagen kan voorkomen... laat het alsjeblieft weten! Ik sta overal voor open.

Morgen wordt sowieso een nuttige dag, overigens. Dat weet ik nu al. Ik heb eerst van 9 tot 13 college en werkgroep (achter elkaar). Dan komt er om een uur of half 3 gezellig iemand op de koffie. Daarna zal ik al wel willen eten. En als klapper op de vuurpijl: om 20 uur ga ik een les pilates volgen op mijn sportschool. (Voor het eerst, ja.) Waarschijnlijk zak ik om half tien, als ik daarvan terug ben, nog even uitpuffend op de bank om Hell's Kitchen te kijken. En rond deze tijd zal ik, gok ik, al slapen. Dat is nog eens een nuttige dag. Wie weet vind ik zelfs nog een gaatje om even ergens te studeren, want dat zou ik toch bijna vergeten door alle drukte.
(Vraag ik me alleen af, hoe ik dat dan vandaag ben vergeten... Niet door drukte in ieder geval.)

3 oktober 2007

Kijk eens hiernaar! (of: Winkelen 2)

Ik heb wat nieuws. Het is niet eens wat heel bijzonders hoor, maar ik ben er wel heel blij mee. Een maand geleden, in mijn geld-loze-periode zei ik al tijdens het winkelen-voor-een-verjaardagscadeau tegen de vriend waarmee ik dat aan het doen was: 'die wil ik hebben!' Zijn reactie was: 'nou, dan koop je het toch?' Een logische reactie.. het ding was 15 euro... Daar hoor een 'dan koop je het toch'-reactie bij. Ik kocht het niet, want 15 euro aan zoiets besteden betekende op dat moment 15 euro goedkoper moeten eten. En dan is 15 euro opeens best veel.
Sinds vorige week woensdag heb ik weer geld. Genoeg om heel veel dingen van 15 euro te kopen. Maar toen ik gisteren naar het winkelcentrum ging (gewoon om boodschappen te doen) en langs de bewuste winkel liep, wist ik opeens waar ik mijn geld aan uit wilde geven. Dolgelukkig kocht ik het, alsof het het mooiste cadeau was wat ik mezelf kon geven en ik kon niet wachten tot ik het in gebruik kon gaan nemen.

Ik moest daar toch nog mee wachten omdat ik dit moment even met jullie wilde delen. Dus zie hier; het ding:





























Mijn oude sieradenkistje is al zeker 10 jaar oud, is te klein, onhandig en past niet bij mijn kamer. De oplettende lezers/kijkers, die óók nog eens weten wat de belangrijkste kleur in mijn slaapkamer is (de kamer waar dit geweldige kistje een plekje krijgt), zullen al beseft hebben dat de kleur van de stof aan de binnenkant perfect is. En zo heb ik het graag: perfect.

Ik heb trouwens nog steeds geen kleren gekocht, omdat ik ziek was afgelopen week, en omdat morgen de drie dwaze dagen in de Bijenkorf van start gaan. Morgenochtend sta ik dus om 8 uur... ok, 10 uur is waarschijnlijker, in de rij om van een paar van de geweldige aanbiedingen te profiteren.
(Overigens: de kans is groot dat ik dingen ga kopen die juist niet in de aanbieding zijn. Zo werkt dat namelijk bij mij. Waarom weet ik niet.)

1 oktober 2007

Collegedag 8

Ik heb een paar dagen overgeslagen -omdat ze niet boeiend genoeg waren- -en omdat ik ziek was-, maar vandaag is, nu al, log-waardig.
Ik heb straks nog 2 colleges, maar heb net al een gesprekje gehad. Er staat een half uur voor, maar ik was binnen een minuut of 5 weer buiten.

Het zat zo:
Voor het vak Cognitieve Intellectuele Ontwikkeling moet ik een paper gaan schrijven met het onderwerp Muzikale Ontwikkeling (bij kinderen). De bedoeling was dat ik vandaag om 10 uur mijn eerste opzet zou laten zien, en daar zouden we dan even over praten. Als zij op- of aanmerkingen zou hebben zou ze die tijdens het gesprekje geven. En ze zou mij verder op weg helpen met mijn paper. Iedereen uit onze werkgroep krijgt vandaag zo'n half uur.
Ik kwam binnen, verontschuldigde me dat ik te laat was (bus 10 min. te laat, trein gemist...), en er werd me verteld dat ik mocht gaan zitten. Ik toverde mijn paper-opzet uit mijn tas legde hem voor haar neus neer, en zij begon met lezen.
'Goed', 'Duidelijk', 'Helder' en 'Prima', waren haar eerste 4 woorden. Twee minuten later was ze klaar met lezen, ze vertelde me dat ik nog wel even naar het middenstuk moest kijken, omdat de structuur daar nog niet goed was. Ik vertelde dat ik nog niet eens aandacht had besteed aan de structuur, dus dat het alleen maar toeval zou zijn geweest als er nu al structuur in zou zitten.
Zij zei dat het wel goed kwam, en ik zei: "Dat is mooi."

'Ja... nu zijn we eigenlijk klaar', zei ze na die paar minuten. 'Je zult het wel onzin vinden nu, dat je hierheen moest komen. Maar er zijn écht studenten die hier al een potje van maken, en dan is zo'n tussenstap als dit heel belangrijk.' [Sorry weerklonk in al haar woorden.]
Ik zei haar dat ik het begreep en ik dat ik zo'n tussenstap echt wel fijn vond, ondanks dat mijn eerste opzet prima in elkaar zat. Ik wenste haar nog een goede dag, en zij mij ook, en we zeiden 'tot in november' tegen elkaar.


Een leuk gesprekje vond ik het. Goed voor mijn zelfvertrouwen, goed voor mijn tijd (anders had ik geen tijd gehad om dit te schrijven), goed voor mijn paper, en ook vast goed voor haar (zij had immers ook tijd over nu).
Hopenlijk hebben we begin november en begin december (respectievelijk; het tweede controlegesprek en het eindgesprek) ook maar 5 minuten nodig en krijg ik een mooi cijfer voor mijn paper.

Zo. Dan nu op weg naar mijn eerste college van vandaag.

19 september 2007

Winkelen!

Kennen jullie dat?
Dat je dus écht geen geld hebt, en door onze menselijke wat-je-niet-kan-hebben-wil-je-des-te-meer-eigenschap, kwijlend boven álle reclameblaadjes waarin kleding te vinden is hangt en je wanhopig moet realiseren dat je van het aantal euro's op je rekening nog niet eens een halve sjaal kan kopen?

Nou, ik dus wel. Toen de 'autumncollection' catalogus van de H&M gisteren in mijn postvakje lag, heb ik zeker een half uur besteed, aan het pagina voor pagina doorspitten van deze gids. Ik wilde álles hebben wat ik zag, en had de meest hippe ideeën qua combinaties met mijn huidige garderobe.
Hetzelfde geldt voor etalages. De winkels ga ik niet eens in hoor... maar de paspoppen die hun outfit achter die grote ramen staan te showen trekken ondanks mijn blutheid al mijn aandacht. Gehypnotiseerd stel ik mezelf voor in de leuke setjes die zij dragen en in mijn hoofd staat alles goed en loop ik als een echt model in die kleren rond.
Inmiddels ben ik al zeker een maand platzak en heb ik er een symptoom bij. Dat krijg je als je blutheid chronisch lijkt te worden. Het zijn namelijk niet alleen de kleren uit de reclamefolders en de etalages die ik wil hebben.. nee hoor. Ook als geen van die twee dingen in de buurt zijn ben ik in stilte aan het 'winkelen'. Iedere voorbijganger op straat, elke vriendin die ik zie en alle klanten die ik op mijn werk help bekijk en keur ik van top tot teen. In gedachten pas ik hun spijkerbroeken en zie ik mezelf in hun jassen lopen. Wéér wil ik alles hebben. En wéér moet ik beseffen dat ik al die mooie kleren uit mijn hoofd moet zetten.
Wat een marteling.

Godzijdank krijg ik morgen huur- en zorgtoeslag, aanstaande maandag studiefinanciering en volgende week woensdag salaris. Dus als jullie me zoeken daarna... ben ik winkelen!

Collegdag nummer 4.

Mijn docent van vandaag heeft zijn roeping gemist. Ik weet het zeker. Maar ik ben werkelijk dolblij dat hij dat heeft gedaan, want hij was geweldig vandaag. Jullie snappen straks wel wat ik bedoel.

Het college van vandaag ging over schizofrenie. (Dat betekent niet dat je een gespleten/meervoudige persoonlijkheid hebt, om die misvatting even te doorbreken. Het betekent dat je last van wanen hebt en hallucinaties en ook wel gedesoriënteerd bent en de realiteit een beetje (veel en vaak) kwijt raakt. - om het even simpel en in anderhalve zin uit te leggen.)
De docent begon met een filmpje waarin we een 21 jarige zagen, die alles, overduidelijk, niet helemaal op een rijtje had. Het meisje had een schizofrene stoornis, en zou daar waarschijnlijk nooit meer vanaf komen. De docent gaf daarna een heel levendig college, steeds terugverwijzend naar het meisje uit het filmpje, waarin hij ons actiever dan we gewend zijn bij het college betrok. Zó levendig dat hij toen hij het verschil tussen wanen (kenmerk van schizofrenie) en een manie (kenmerk van manische depressiviteit) wilde uitleggen het 'gewoon' maar even uitspeelde.
Hoe dat eruit zag? Nou, heel geloofwaardig. Alsof hij nooit wat anders doet.
Om waanideeën uit te beelden wees hij naar de luidsprekers, achter in de collegezaal, die bedoeld zijn om zijn stemgeluid via een microfoon ook op de achterste banken duidelijk te maken. Hij riep dat dat stiekem camera's waren, omdat ze hem in de gaten houden. Ze willen namelijk alles weten wat hij doet. En daarom zijn overal camera's. En ze geven hem ook boodschappen. In de krant soms, of op de radio. Wij zouden dat niet kunnen horen, maar híj hoort ze en begrijpt ze.
Om duidelijk te maken hoe een (hypo)manie eruit ziet, deed hij alsof hij in een gebouw stond en politie buiten zag staan, en opeens heel helder zonlicht zag. Dat was een boodschap van god, híj was uitverkoren om de politie te helpen en hij rende naar beneden. Hij ging met zijn armen wijd voor de politie staan en zei met een harde, zware stem dat ze moesten stoppen en dat hij ze wel zou helpen, dat hij orders van God heeft gekregen om dit te doen, en dat het allemaal goed kwam. Hij was de uitverkorene.

Het was, zoals ik al vertelde, heel geloofwaardig. Heel de zaal zat muisstil op het puntje van zijn stoel. Ik dus ook. En behalve dat deed hij nog veel meer met me. Hij maakte me laaiend enthousiast. Ik voelde me bijna een echte psycholoog op de momenten dat ik meedacht met wat hij vertelde over het meisje en alles waar zij last van had. Hij wakkerde zo'n ik-wil-hier-alles-over-weten-drang aan... en als een docent dat in één college voor elkaar krijgt is hij goed geweldig.

Helaas voor hem dat hij nooit voor een baan als acteur heeft gekozen, want dat is duidelijk zijn roeping. Maar fijn voor ons dat hij in doceren zijn roeping ziet. Anders zou collegedag nummer 4 nooit zo leuk zijn geweest!

17 september 2007

Collegedag nummer 3.

De docent vertelt en klikt door zijn sheets. Ik pen druk mee. Luister soms bedachtzaam. En luister soms maar half, omdat mijn gedachten me wegvoeren. Dan schrik ik wel weer wakker, een keer. Woorden als 'staat niet in boek' en 'belangrijk' of 'tentamenstof', werken als wekker in mijn dagdromen. Snel schrijf ik dan weer op wat de docent zegt. Het meisje naast me is elke keer als ik schrijf weer enthousiast. Over mijn rechterarm gluurt ze mee, en schrijft snel over wat ik neerzet. Ik ken haar wel, van vorige jaren. Maar ben wel benieuwd of ze ook van vreemden kopiëert.
In mijn tussenuren doe ik wat dingen op de computer. Lees een artikel. En word vooral afgeleid door alles en iedereen die langsloopt of in de buurt zit. Verhalen van anderen eisen mijn aandacht op, ook al zijn ze alles behalve boeiend. Ook al ken ik de verteller niet. Waarschijnlijk is het gewoon interessanter dan mijn artikel. Neuropsychologie is het onderwerp. Nooit mijn ding geweest.
Daarna nog een college. Cognitieve Neuropsychologie in de ontwikkeling van een kind. (Amen.) Het artikel wordt wat duidelijker. Godzijdank. Na weer 3 pagina's aantekeningen gemaakt te hebben, loop ik richting het station. Dit was dan collegedag nummer 3.



Inderdaad. Ik ben weer begonnen. En ben inmiddels over de helft.
Voor u staat schrijft een derdejaars student Psychologie.
En ja: damn proud of it, natuurlijk.

5 september 2007

Hoi Opa... (Dag Opa...)

Hoi Opa,

hoe gaat het? Ik vind het zo fijn dat je geen pijn meer hebt nu. Waar ben je nu? Houd het allemaal op, als je dood bent? Of is er zoiets als een hemel, waarvandaan je ons in de gaten kan houden? Ik hoop voor jou dat er een hemel is. Want dan kan je vanaf jouw wolkje álles volgen wat wij hier op aarde doen. Als een trotse opa.

De komende jaren heb je genoeg om trots te zijn hoor. Ík heb nog twee jaar om mijn studie af te ronden, en moet daarna een baan gaan zoeken. M. gaat het komende schooljaar afstuderen. C. zit nu nog een paar jaar op de basisschool, maar zal daarna de grote stap naar de middelbare school gaan maken. En P. is nu al bezig met grote stappen zetten. Het zal niet lang meer duren voordat hij zijn rijbewijs heeft. Het rijbewijs wat jij en oma hem voor zijn achttiende verjaardag gaven. Afgelopen maandag had hij zijn eerste collegedag in Eindhoven. Hij heeft gekozen voor een technische studie, zoals jij hem al jaren aanraadde. En hij is ook nog hard op zoek naar een studentenkamer. Ik weet zeker dat je er van baalt dat je niet kan helpen verbouwen en verven in zijn nieuwe optrekje. Want dat had je absoluut met plezier gedaan. Toen ík ruim een jaar geleden aan het klussen was in mijn kamer, hielp je op alle voor jou mogelijke punten en momenten. En op de dag van mijn verhuizing reed jij heen en weer, om al mijn spulletjes veilig over te brengen.

Want zo was je. Je had alles voor ons over. Ik heb er nooit misbruik van gemaakt, maar ik wist wel dat ik maar een kik hoefde te geven en je stond klaar om me ergens heen te brengen. Of me op te halen ergens vandaan. Of me te helpen met iets waar ik op mijn leeftijd nog helemaal niets van snap. Mijn belastingaangifte bijvoorbeeld.

Ja. Je stond altijd voor ons klaar. En je was trots op alles wat we deden. Ook al heb je dat nooit op die manier gezegd; ik weet zeker dat het zo was. Een week of 3 geleden zag ik je voor het laatst. Ik haalde jullie met de auto op om daarna bij papa te gaan barbecuen. Het was één van die zeldzame weekenden met lekker weer deze zomer. Voordat we wegreden merkte oma op dat dit de eerste keer was dat jullie bij míj in de auto zaten, in plaats van andersom. Nu zouden jullie gaan ondervinden of het geld wat jullie in het halen van mijn rijbewijs hebben gestoken goed besteed is. Ondanks mijn lichte nervositeit door die opmerking, parkeerde ik de auto even later na een foutloze rit met een scherpe bocht voor papa’s garagedeur. Oma zei het meteen. Ik had prima gereden, en het was hun geld waard geweest. Jij zei niks op dat moment, maar even later zei je wel tegen P.: ‘je zus kan goed rijden’. Ondanks de indirectheid van je complimentje betekende het veel voor me dat je dat zei. Je gaf me de bevestiging die ik nodig had: je was trots op me. En ik ga ervan uit dat je dat nog steeds bent. En ook altijd zal zijn. Een trotse opa. Hou ons daarom ook maar goed in de gaten.

De afgelopen dagen heb ik met veel mensen gepraat. Iedereen zei hetzelfde: ik heb veel herinneringen aan een leuke opa. Want een leuke opa was je. Tot je ziek werd kon je álles nog. Dus deed je ook van alles met ons. Toen ik nog maar nét kon lopen en amper kon praten trokken we er al samen op jouw fiets op uit. Dieren kijken in het hertenkampje. Of eenden voeren met een paar sneetjes oud brood. Toen P. oud genoeg was, nam je hem mee naar voetbalwedstrijden. We gingen samen met je schaatsen, zodra de Lekkerkerkse sloten het toelieten en je vertelde ons voor het slapen verhaaltjes over kabouter Puntmuts. Toen P. en ik wat ouder werden en wat meer onze eigen weg gingen, was C. er om leuke dingen mee te doen, om mee te spelen en om verhaaltjes te vertellen als ze kwam logeren.

Ik weet nog goed dat je ons altijd voor de gek probeerde te houden als we kwamen logeren. Zodra P. en ik de deur binnenstapten met een tas met logeerspullen, keek je verbaasd en vroeg je wat we kwamen doen. Als we dan enthousiast en in koor ‘logeren’ zeiden, keek je zorgelijk en vertelde je daar niks van af te weten. ‘Wist jij dat Nathalie en P. komen logeren? Hebben we dan wel genoeg eten?’ vroeg je daarna aan Oma. Oma keek ons dan altijd even geruststellend aan, en zei dan tegen jou dat ze dat natuurlijk wel wist, maar dat jij was vergeten. Jij gaf ons dan een dikke knipoog en zei: ‘Oh, wat dom van me! Nou, dan moet ik maar snel een verhaaltje over kabouter Puntmuts gaan verzinnen.’ Toen we wat ouder werden begrepen we dat je ons voor de gek hield. Maar pas véél later nog stopte je met het vertellen over kabouter Puntmuts. Want jouw verhaaltjes bleven leuk.

Opa… Wie had dit nou gedacht een jaar geleden? Jij en oma maakten nog wilde plannen voor vakanties en natuurlijk jullie grote huwelijksfeest waarvan niemand mocht weten waar het was. Het is zo snel gegaan. Veel te snel. Niemand had dit verwacht. Ik was nog niet eens aan het idee gewend dat je ziek was, toen ik hoorde dat we afscheid van je moesten gaan nemen. Je wilde niet meer. Je had te veel pijn. Dat snap ik. Je hoeft nu eindelijk niet meer te vechten.

Lieve Opa, rust zacht. Wij zullen je nooit vergeten en voor altijd missen.

10 augustus 2007

Bril-loos

Ja, het is een beetje stil rondom mij. Zomervakantie hè. Dan is het stil rondom iedereen. Kranten en journaaluitzendingen vullen die stilte met komkommernieuws. Ik niet; ik blijf gewoon stil. Want sinds wanneer is iemand geïnteresseerd in komkommernieuws? (Overigens heeft NRC-next een kolom vol komkommernieuws -zonder het bij die naam te noemen, maar de komkommer op het dagelijks bijbehorende plaatje zegt genoeg-, waarin ze vorige daadwerkelijk nieuws over komkommers hadden. Dat is wel weer leuk, vind ik.)

Mijn nieuwtje van de week is dat ik bril-loos ben. Gisteren mocht ik mijn lenzen 4 uur in, de dag daarvoor 2 uur, vandaag 6 uur, morgen 8 uur en de dag erna (nee, niet 10, zou je denken hè?) mag ik het helemaal zelf bepalen. Is het niet geweldig? (Helaas is dat een zondag, dus ben ik bang dat ik niet eens de moeite neem om ze in te doen, maar dat is slechts bijzaak.)
Wel een heel proces hoor: lenzen halen. Het is minstens een maand geleden toen ik voor het eerst langs de opticien ging en aangaf dat ik mijn bril voor lenzen in wilde gaan ruilen. Afspraak, telefoontje, weer een afspraak, en nu volgende week ook weer een afspraak; voor controle. Die controle is ook wel nodig. Want ik zit me stiekem scheel te turen naar het beeldscherm van mijn laptop op dit moment. En ik weet ook heel zeker dat mijn linkeroog nog met -0,25 bijgesteld mag worden. Want als ik mezelf even semi-professioneel test, blijkt mijn rechteroog perfect te zien met de rechterlens, maar het zich van mijn linkeroog is nog niet optimaal. En dat moet het natuurlijk wel worden, dus dat wordt waarschijnlijk weer wachten op een telefoontje na de afspraak van volgende week, en dan weer een afspraak.. en dan natuurlijk daarna weer een controleafspraak. Je bent zo 2 maanden verder hoor, voordat je eenmaal scherp door die twee flinterdunne plasticjes kan zien.

Het erin krijgen van die lenzen is ook zoiets... Vanmiddag kreeg ik het voorelkaar om mijn linkerlens dubbelgeklapt in mijn oog te krijgen. Geen idee of dat een prestatie is, of heel gewoon voor een lenzen-nieuweling, maar pijn deed het wel zeg. Woensdagmiddag, afspraak nummer 2, was het om 16 uur tijd om te oefenen met mijn lenzen. Met een opticien-assistent (als dat een beroep is, anders was het gewoon een winkelhulpje) ging ik achter een klein tafeltje met een grote spiegel erop zitten en zij gaf mij wat instructies. Na twee of drie missers zat mijn rechterlens erin, en links volgde al snel. Toen oefenen met eruit halen: rechts ging eruit. En omdat ik ervoor koos om ze meteen twee uur te laten zitten (zoals het hoort op de eerste dag) mocht rechts er daarna meteen weer in.
Ik denk dat mijn oog op dat moment dacht: ja, daaahaaaaaag... dit is genoeg geweest, die lens is niet meer welkom. Omdat opgeven niet echt een optie is tijdens het enige oefenmoment wat je krijgt op het gebied lenzen-indoen, zette ik door. Poging 15 (of was het 25?) had eindelijk succes. Voorzichtig keek ik in de spiegel met en naar het heftig protesterende oog. Het zag eruit alsof ik net van een enorm emotionele begrafenis kwam. De tranen zaten overal, mijn oog was volledig rood doorlopen, en al mijn wimpers zaten samengeplakt. Dit was echter net zo snel weg als het gekomen was, want met hulp van wat tissues, zag ik er al snel weer toonbaar uit. (En ook dankzij het feit dat ik me had gerealiseerd dat mascara op doen op de lenzen-oefen-dag niet slim zou zijn.)

Op dit moment zit ik mooi opgemaakt te wachten op R., die zo langskomt, en stiekem hoop ik dat ze vraagt 'hee, waar is je bril', want dan kan ik zeggen: 'die heb ik niet meer nodig, want ik heb lenzen!!!'.
Inderdaad. Ik ben er blij mee, dolgelukkig eigenlijk. Want ondanks dat mijn linkeroog wat achterblijft op dit moment en de lettertjes die ik typ zachtjes dansen over het scherm, voel ik me honderd keer mooier dan ik de afgelopen maanden heb gedaan. En ook honderd keer mooier dan voordat ik ooit met mijn bril begon. 'Je mist iets pas, als je het niet meer hebt', zegt men. En dat klopt. Maar godzijdank heb ik mijn bril-loos-heid weer terug, want inderdaad... wat heb ik dat gemist.

25 juni 2007

Wolken

Ze fascineren me mateloos. Uniek in hun vorm, kleur en grootte zweven deze door stof aan elkaar geplakte waterstofdeeltjes door de lucht. Soms zorgen ze voor welkome schaduw, op een ander moment voor een regenbui waar je binnen een halve minuut door doorweekt bent.
Ik kan uren kijken naar de lucht, me iedere keer weer verbazend over de prachtige vorm die een bepaalde wolk heeft aangenomen, of over het geweldig mooie kleurcontrast wat twee dichtbij elkaar gelegen wolkengroepen samen creëren.
Wat me nog langer bezig kan houden is het fotograferen van deze adembenemende taferelen. En na een dagje kiekjes nemen (want vandaag was het prachtig in wolkenland) is het enige wat mij nog rest om deze plaatjes van foto's met jullie te delen:

Photo Sharing and Video Hosting at Photobucket
Photo Sharing and Video Hosting at Photobucket
Photo Sharing and Video Hosting at Photobucket
Photo Sharing and Video Hosting at Photobucket
Photo Sharing and Video Hosting at Photobucket
Photo Sharing and Video Hosting at Photobucket

Niet van vandaag (maar zonde om niks mee te doen):

Photo Sharing and Video Hosting at Photobucket

21 juni 2007

Een ongemakkelijke waarheid. (a.k.a. An Inconvenient Truth)

Kijk eens om je heen. En denk eens na. Wat verbruikt er op dit moment onnodig elektriciteit bij jou thuis? Staat de TV bijvoorbeeld aan, zonder dat je er echt naar kijkt? Of brandt er een lamp in een kamer waar niemand is, alleen maar omdat je deze niet uit hebt gedaan? Staat je Senseo nog aan? Of bewaar je de oplader van je telefoon lekker makkelijk in het stopcontact? Staat er een grote ‘familycar’ voor je deur waarvan slechts één stoel gebruikt wordt? (Zou een Smart je niet ook brengen waar je heen wil? Of de trein misschien?)

“Waarom?” is mijn volgende vraag. Er is niemand die mij wijs kan maken dat hij niet weet dat elektriciteit verspillen goed of normaal is. Iedereen weet tegenwoordig dat onze brandstoffen niet oneindig voorradig zijn en dat we daarom zuinig moeten zijn en iedereen weet ook dat de term broeikaseffect onlosmakelijk aan dit verhaal vast zit. Mensen die zich erin hebben verdiept kunnen ook nog uitleggen dat het overschot aan CO2, wat wij onder andere veroorzaken door overmatig brandstofgebruik, de opwarming van onze aarde veroorzaakt, waardoor grote overstromingen en een nieuwe ijstijd niet ondenkbaar zijn.

Dat klinkt raar hè? Overstromingen, of een ijstijd. Iets wat zo raar klinkt kán niet waar zijn, denken we allemaal. Hoe kan er nou over 10 jaar een ijstijd zijn, als we het nu over de opwarming van de aarde hebben? En kan Nederland écht volledig onder water komen te staan? Het klinkt onwaarschijnlijk. Toch is het alles behalve onwaar: als we op deze manier verder leven zullen we binnen enkele jaren onze atlassen opnieuw moeten uitgeven, omdat de aarde drastisch zal veranderen. Honderden miljoenen mensen zullen moeten vluchten voor het water en, ironisch gezien, honderden miljoenen (andere) mensen zullen omkomen van de dorst door de ergste droogte ooit.

Kunnen we daar nog wat aan doen? Ja, natuurlijk! Hoe eerder hoe beter. Maar daar ligt een heikel punt. Maakt het wel verschil als jij de enige bent die aan het milieu denkt? Ja en nee. Ja, want ieder verschil is een verschil. Nee, want het verschil zal nooit merkbaar of meetbaar zijn. Dat maakt het lastig, dat is logisch. Zeker als jij de enige bent in de straat die zijn stoere grote familieauto voor een zuinig, klein autootje omruilt. Maar denk maar eens het volgende als je deze stap overweegt: misschien denkt je buurman wel hetzelfde, of de hele straat! Wat nou als alle mensen in jouw straat denken ‘ik ga niet als enige in een Fiat Panda rijden. Dat doe ik alleen als iedereen het doet. Anders heeft het geen zin.’ Dan blijft iedereen mooi in zijn dure brandstofvreter rijden.

We kunnen hem écht verliezen, lezers. Er is maar één aarde. Behandel hem dan ook met respect en zorg. Zie onze thuisplaneet maar eens als een levend wezen. Levende wezens moeten bepaalde dingen doen om in leven te blijven, ook al zijn deze dingen soms vervelend. Denk maar aan gezond eten. Het zou geweldig zijn als we op chips zouden kunnen leven. Maar dat is funest voor ons lichaam. Daarom eten we groentes, fruit en vezels. We moeten stoppen met onze aarde chips te voeren en hem appels, bananen en boterhammen te laten eten. Alleen dan kunnen we onze zieke aarde genezen van onze eigen welvaart. Inderdaad. Niet alleen wij kennen welvaartsziektes. Onze aarde lijdt op dit moment aan de meest fatale.

17 april 2007

Doof of blind?

Wat ben je liever; doof of blind?

Een ingewikkelde vraag, want hoe weeg je totaal verschillende voor- en nadelen tegen elkaar af?

Toch heb ik een antwoord. Sindskort weet ik dat ik liever blind ben. Dat vermoeden had ik al, want ik hou ontzettend veel van muziek, dus doof lijkt me een hell. Maar de afgelopen dagen heb ik een extra bevestiging van mijn antwoord gehad: ik ben mijn stem kwijt. Al heel lang, voor mijn gevoel, sinds 4 dagen namelijk. En ik voel me gehandicapt, écht.

Zaterdag (dag 1) was het nog wel grappig. Ik kon me nog een beetje verstaanbaar maken en kon er nog om lachen. Ik kon al niet meer zingen, dat was waar de frustratie begon.
Dag 2: de momenten waarop ik zondag lachte waren niet meer leuk. De vergelijking met de boer met kiespijn gaat volledig op. Ik kon me niet meer verstaanbaar maken en werd daar echt een beetje chagrijnig van. Normaal praat ik non-stop. En nu zei ik misschien nog 10% van wat in me op kwam... Zouden kleine kinderen zich ook zo gefrustreerd voelen als ze nog niet kunnen praten? Dan snap ik waarom ze zo vaak huilen. (En ook waarom ze vaak niet meer stoppen met praten als ze het eenmaal kunnen.)
Dag 3: vreselijk! Maandag moest ik werken en ik kon werkelijk alléén maar fluisteren. Dat was natuurlijk geen succes. Toen ik een paar uurtjes aan het werk was werd het wat beter, er kwam wat geluid uit me.. maar echt goed is het die dag nooit gegaan. Soms was ik te verstaan, op andere momenten kwam er alleen (irritant?) gepiep uit mijn mond.
Dag 4: vandaag. Vanmorgen probeerde ik het voorzichtig: 'test test', was wat ik wilde zeggen. Geen succes. Er kwam geen woord over mijn lippen. Toch moest ik naar college. Ik voelde me schuldig toen ik geen 'goedemorgen' tegen de buschauffeur kon zeggen. Ik knikte hem vriendelijk toe, maar voelde me net als die asociale pubers die de chauffeur niet eens aankijken en alleen met hun abonnement omhoog langslopen. Gelukkig kon ik op de terugweg wel goedemiddag zeggen, want toen was er wat van mijn stem teruggekomen. Het klinkt nergens naar, maar het piept niet meer. Nu hou ik me maar stil. Ik ben niet van plan iets tegen iemand te zeggen voor 13.00 morgen (dan heb ik weer een college). Hopelijk klinkt mijn stem dan weer wat beter. En word ik langzaam minder gefrustreerd.

Als je doof bent heb je een soortgelijk probleem. Praten gaat niet gemakkelijk (het ligt eraan wanneer je doof bent geworden hóe moeilijk het is voor je) en luisteren is onmogelijk. Je bent volledig afhankelijk van liplezen en gebarentaal, maar in veel situaties is dat niet voldoende om mee te komen. Communiceren wordt iets lastigs. Iets wat je bijna zou gaan vermijden, als het niet noodzakelijk is. En dat is niks voor mij. Ik communiceer graag over alles wat je maar kan verzinnen. Of het nou nuttig is of niet. Belangrijk of niet. Leuk of niet. De moeite of niet. Ik kan gewoon niet zonder gezellig kletsen met mensen. Of het nou mijn beste vrienden zijn of de buschauffeur, ik wil kunnen communiceren. Op een maximale manier.
Natuurlijk heeft blind zijn ook zijn nadelen, want het blijft prettig om te weten welke richting je uit moeten lopen om geen palen te raken, en het is al helemaal fijn als je in de supermarkt al weet wat je koopt (in plaats van dat je dat thuis pas proeft). Maar toch... doe mij maar blind. Ik neem wel zo'n hond en ik vraag wel hulp aan anderen. Dat geeft vást ook een heel nieuwe dimensie aan communiceren.

2 april 2007

Zo zie ík het: de zorgverzekering-no-claim-regeling.

We worden genaaid!
En ik heb slechts een eenvoudig rekensommetje nodig om dat aan te tonen:
(ik gebruik mijn eigen situatie hierin; ik heb geen medische geheimen)

Ik betaal per jaar: basispremie + aanvullende premie + 255 euro no-claim
Van die 255 euro krijg ik het gedeelte wat ik niet aan geneesmiddelen en andere zorgkosten die onder de regeling vallen besteed terug.
Uiteindelijk betaalde ik in het afgelopen jaar: basispremie + aanvullende premie + (255 euro noclaim - (255 euro - gemaakte kosten)). (Snappen jullie het nog? Het is een eenvoudig rekensommetje, echt waar...)
Dat wil zeggen: basispremie + aanvullende premie + 13 strips microgynon (anticonceptiemiddel, of simpel gezegd: de pil).
Dit omdat de kosten van de pil zogenaamd vergoed worden door mijn verzekering, dus hoef ik ze aan de kassa bij de apotheek niet af te rekenen, maar ze worden wel van mijn no-claim afgehaald.

Basispremie + aanvullende premie + 13 strips microgynon...
Zien jullie ook wat raars?
Nou ík wel. De pil wordt vergoed tot en met je 21e, dus op mijn 20-jarige leeftijd, zou er alleen 'basispremie + aanvullende premie' moeten staan in bovenstaand rekensommetje.
Aangezien dat niet zo is, vraag ik me toch wel heel sterk af waarom de zorgverzekeraars beweren dat de pil vergoed wordt. En eigenlijk geldt dat voor alle kosten binnen die 255 euro.

Als ze de no-claim-regeling afschaffen, betekent dat toch dat onze maandelijkse premie met ruim 20 euro daalt, toch? (255/12 = ruim 20) Althans, dat beweert de overheid, en al die andere mensen die hier een mening over hebben, of denken dat ze een bepaald soort beslissingsmacht bezitten.
Schaf die no-claim dan maar af in 2008. Dan kan ik tenminste nog één jaar genieten van een écht vergoede pil.
Trouwens: Zo naïef ben ik natuurlijk niet. Ik snap heus wel dat alle verzekeraars hun premie eerder met 10 euro dan met 20 euro zullen verlagen als de no-claim wordt afgeschaft, en daar maak ik dan meteen mijn punt, opnieuw:
we worden genaaid!

En het nare is: als we dit aan die verzekeringsmaatschappijen voorleggen, wat natuurlijk al genoeg mensen hebben gedaan, komen ze waarschijnlijk met veel ingewikkelde woorden en een hoop smoesjes, waarna ze uiteindelijk besluiten met: je wordt niet genaaid, deze regeling is bedoeld om iedereen in Nederland op een passende manier medische zorg te kunnen bieden.
Dan kan ik natuurlijk nog zeggen dat ik daar niet aan twijfel, maar dat de regeling daarnaast, naar mijn idee, bedoeld is om hun portemonnee nog eens extra te vullen. Maar daar zullen ze net zo ontwijkend op reageren als mijn eerste geklaag.

Zij hebben immers de macht.
(Gadverdamme.)

21 februari 2007

Nederlands.

Kom op mensen. Zo ingewikkeld is het allemaal niet. Sommige dingen wel, dat geef ik toe. Vraag mij niks over koppelstreepjes en dat soort lastige dingen, maar -d's, -dt's en -t's zijn écht te begrijpen. Ze zijn niet moeilijk. Je moet er gewoon heel even je best voor doen, daarna is het een eitje. Serieus.

"Bestellingen boven € 15,- worden thuis bezorgdt."

Ik was sprakeloos toen ik het foldertje van de patatzaak naast mijn werk onder ogen kreeg. Als je zoiets laat drukken laat je het toch 10 keer door mensen met een IQ van 150 en een 10 voor Nederlands op alle rapporten die je maar kan terugvinden controleren? En als drukker kijk je toch ook nog wel even wat je eigenlijk aan het drukken bent? Ik vind dit écht een schande. Ik zeg niet dat ik die -d's, -dt's en -t's foutloos gebruik, maar het zou mij echt niet overkomen dat er in een officieel stuk zo'n onoverkomelijke spelfout staat.

"Wie betrapt word
tijdens roken
op de toiletten,
word verwijdert."

Stond op de deur van een WC in het universiteitsgebouw waar ik gisteren les had. Míjn god... dat is gewoon een foutenpercentage van 100% als het om -d's, -dt's en -t's gaat. Ik snap dat er niet van de schoonmakers, kantinepersonen en klusjesmannen verwacht wordt dat ze een universitaire studie met succes hebben afgerond, maar enige kennis van Nederlands lijkt me toch wel prettig.
(Een andere vaagheid was overigens het 'word verwijdert'. Want hoe word ik dan verwijderd? Uit de WC? Uit het gebouw? Of worden al mijn persoonsgegevens en studentnummer acuut uit de database van de universiteit geknipt? Goed. Ik rook niet en kan niet betrapt worden op iets wat ik niet doe, dus de oplossing op mijn vragen zal ik waarschijnlijk niet krijgen.)

Ik heb de schoonmakers wel even een handje (of eigenlijk: een lettertje) geholpen hoor. De mensen die na mij naar het toilet gingen, zagen nog wel dat de spelling ooit niet klopte (met een zwarte pen kan je immers niet vlekkeloos een zwarte stift imiteren), maar zien ook dat één van hun voorgangers het niet daarbij heeft laten zitten.
Hopelijk voelt de schrijver van het briefje zich niet al te beledigd. Ik heb liever dat diegene ervan leert.
Zo niet: dan pak ik mijn zwarte pen wel weer.

18 februari 2007

Valentijnsdag

Het is al een paar dagen geleden. Iedereen is waarschijnlijk alweer naar het echte leven teruggekeerd. Maar ik wil nog even wat kwijt.
Vorig jaar schreef ik op valentijnsdag ergens iets over 'perikelen bij de brievenbus'. Over het feit dat ik de dagen voor valentijnsdag stug volhield dat deze dag me niks deed, maar dat mijn hart een slag oversloeg op het moment dat ik de post op de mat hoorde vallen.
Dit jaar heb ik geen mat meer. Ik heb een postvakje. In dat postvakje zat alleen mijn telefoonrekening; niet echt een teken van anonieme liefde.

Daar wilde ik het echter niet over hebben. Ik wil het hebben over de verloedering van valentijnsdag. Ja, verloedering dus. Het gaat dus te gronde (vertaald door: Van Dale).
Sinds wanneer is deze dag in vredesnaam bedoeld om je geliefde te testen? Ooit was valentijnsdag bedoeld voor anonieme liefdes. Later, uit commerciëel oogpunt, is dit veranderd. sindsdien is valentijnsdag een dag waarop geliefden elkaar extra aandacht geven met cadeautjes, bloemen, of kaarten. Maar wanneer is het opnieuw veranderd?
Ik vind het walgelijk. Tijdschriften, radiozenders en andere commerciële dingen boden voor afgelopen woensdag, 14 februari - valentijnsdag, services in allerlei vormen aan om te testen of je geliefde wel écht van je houdt. Dit deden ze op een nare manier: (na opdracht van vriendlief, die ook meeluistert met het gesprek) "Hallo xxx, wij zijn van het nieuwe telefonische bloemenbezorg-bedrijf Flowergirls, en jij bent uitgekozen om vandaag, op valentijnsdag een gratis bos bloemen ergens te laten bezorgen! Bij wie moeten wij dit bos afleveren?" Het zou natuurlijk leuk zijn als deze dame de naam van vriendlief noemt, maar het is niet ondenkbaar dat zij de naam van een andere, tot dat moment, geheime liefde noemt. Vriendlief is dus blij als zijn naam wordt genoemd, en in het andere geval is de relatie hoogstwaarschijnlijk voorbij.
Anderen deden het op een ontzéttend valse manier: (in opdracht van vriendinlief, die later verslag krijgt) Sexy chick verschijnt in kort rokje en strak struitje met een zakelijk smoesje bij vriendlief op zijn werk. Als het zakelijke is afgehandeld, start de sexy chick een versierpoging. Ze raakt vriendlief een aantal keer tactisch aan, maakt wat sensuele opmerkingen en plaatst nadat vriendlief duidelijk wat waterig en zwoel uit zijn oogjes kijkt de alles-of-niets-vraag: 'ik heb nog een vacature voor valentijn van vandaag open, kom je met me mee naar huis?'.
Jullie snappen het al. Vriendinlief is blij als hij 'nee' zegt, en als vriendlief zwicht voor de ingehuurde versierster is de relatie over.

Walgelijk. Waar is dan het echte gevoel achter valentijnsdag gebleven? Waarom wordt de commercie zó ver doorgevoerd dat de liefdevolste dag van het jaar, nu opeens wordt gemengd met achterdocht, jaloezie en onzekerheid? Waarom proberen we haat te zaaien op een dag die alleen maar bedoeld is om je relatie te laten groeien?

Walgelijk dus.
Vertel me alsjeblieft dat jullie het hier vollédig mee eens zijn...

9 februari 2007

De NS-omroepmevrouw

Trots dat ze was:

"Goedemorgen dames en heren,
zoals u ongetwijfeld heeft gemerkt staan we nog even stil. De reden hiervan is dat we het station nog niet op mogen rijden, omdat we te VROEG zijn.
Wanneer wij toestemming krijgen om.........."
(de rest is niet boeiend)



(Hopelijk heeft ze genoten van dat trotse gevoel wat een kwartier later hadden we alweer 5 minuten vertraging opgelopen.)

7 februari 2007

Winter.

Jaja...

Morgen gaat er 5 á 10 cm sneeuw vallen.
Daardoor zegt de NS nú al dat ze minder treinen in gaan zetten, om alles voorspoedig te laten verlopen. Zouden ze die treinen dan wel 2 keer zo lang maken? Anders raad ik ze toch dringend aan om wat lessen rekenen op basisschool niveau te gaan volgen...

Gisteren was er ook al sneeuw. Toen alleen in het westen. Ik ben twee keer zo nat gesneeuwd dat de vergelijking met sneeuwpop opging. En ik heb ontdekt dat mijn jas niet water (sneeuw?) dicht is. Helaas is het wel mijn méest waterdichte jas, dus morgenochtend zal ik hem gewoon weer aantrekken. Ach. Zogenaamde 'zweet'plekken in de holtes van je ellebogen zijn ook wel leuk voor de afwisseling.

Overmorgen is het weer weg, zegt het KNMI, trouwens. Dus vrijdag mogen we allemaal lekker soppen door die aan ons allen bekende grijs/bruine massa van met modder gemengde gesmolten sneeuw.

Winter. Doe mij toch maar zomer.

30 januari 2007

Boos. Geïrriteerd. Verontwaardigd.

En dat laat ik merken ook:


Goededag,

ik mail u beiden omdat er nog geen reactie is gekomen op de klachten die direct en indirect bij u terecht zijn gekomen over de gang van zaken bij het keuzevak seksuologie en ik ben erg benieuwd wat de reden van het ontbreken van respons is.
Daarnaast zou ik graag nog eens duidelijk willen maken waarom ik vind dat het niet acceptabel is dat een groot aantal studenten de cursus niet kan volgen, terwijl zij dit wel zouden willen.
Seksuologie is een keuzevak. Er worden hoorcolleges gegeven en als afsluiting een tentamen. Naar mijn idee maakt het niet uit of dat hoorcollege en dat tentamen voor 125 of voor 300 studenten is. Wat eventueel ontbreekt is een grotere zaal, maar dat lijkt mij geen reden om studenten toegang tot een cursus te ontzeggen.
In een collegejaar kan je 60 punten verdienen. Iedere student streeft hier in zekere mate naar. Alle studenten die seksuologie wilden kiezen, of zelfs móesten kiezen (want de postdoctorale opleiding tot psychotherapeut heeft kennis op dit gebied als vereiste) die de cursus niet kunnen volgen, hebben nu ook niet de mogelijkheid om die 60 punten te halen. Dat betekent een studievertraging, zonder énige schuld van de student. Want wie had nou kunnen verwachten dat 125 plaatsen binnen 7 minuten gevuld zouden zijn, behalve u, de coördinatoren van deze cursus, door ervaringen van vorig jaar? Zouden wij niet voor de 1500 euro collegegeld die we dit jaar betalen het volledige uit onze studie moeten kunnen halen? Is het niet heel bizar dat wij daarin gedwarsboomd worden, door de ontzettend lage capaciteit van dit populaire keuzevak? De enige die ons zouden moeten kunnen dwarsbomen zijn wijzelf. Studiepunten haal je als student niet omdat je niet hard genoeg geleerd hebt, omdat je het tentamen niet goed kon maken door bepaalde omstandigheden, of omdat je niet genoeg capaciteiten hebt. Niet omdat je de mogelijkheid niet hebt om ze te halen. Dat hoort niet, dat kan niet. Vandaar dus: onacceptabel.
En volgend jaar? Als dit allemaal geen effect heeft ga ik volgend jaar om 10 uur 's ochtends op de inschrijfdag klaar zitten om me in te schrijven voor seksuologie. Zonder die 5 punten heb ik namelijk geen bachelor diploma én maak ik, na mijn master, geen kans om een plek te krijgen in de psychotherapeutische opleidingen. Door mijn ervaring van dit jaar zal ik dan op tijd zijn. Helaas is het dan nog maar te vraag of zo'n tweedejaarsvak, waarbij het rooster wordt gebaseerd op de roosters van andere tweedejaarsvakken, zal passen in mijn activiteiten van mijn derde studiejaar. Niet ideaal dus, maar wel noodzakelijk. En de tweedejaars van volgend jaar? Die zullen dezelfde klap krijgen als wij (de tweedejaars van nu). Gedeeltelijk omdat wij hun plekken inpikken door onze ervaring van dit jaar. Gedeeltelijk omdat 125 plaatsen onredelijk laag is.

Ik wil u vragen deze klacht (nogmaals?) te bespreken en de uitkomst daarvan naar buiten te brengen.
En hoewel u niet nog tientallen mailtjes als dit zult krijgen weet ik zeker dat veel andere studenten zich volledig zullen aansluiten bij mijn woorden. Vandaar dat ik nu afsluit en onderteken met:

Ik wacht uw reactie af,
bij voorbaat dank,
Nathalie (niet namens, maar wel opkomend voor alle gedupeerde tweedejaarsstudenten psychologie)


Dus.

19 januari 2007

Sociale regels?

Ik was een jaar of 14. Het was de eerste schooldag in de derde klas.
De coördinator van de onderbouw ging op dat moment alle klassen af om de regels die dat jaar zouden gelden met iedereen door te nemen. Heel belangrijk, want er waren een aantal dingen veranderd. Zo mochten we bijvoorbeeld vanaf die klas roken op het schoolplein (voelen jullie ook verwarring? Ik was 14... Waar was die regel dan op gebaseerd?).

Een andere regel ging over mobiele telefoons. Een nieuw speeltje wat heel stoer was om te hebben. Na de inluiding van het onderwerp vroeg de coördinator: 'Wie van jullie heeft er allemaal een mobieltje?'. Ik, sinds enkele maanden de trotse bezitter van zo'n motorola uit een melkpak, stak samen met mijn-beste-vriendinnetje-naast-me-waarmee-ik-non-stop-smste-als-
we-geen-school-hadden mijn vinger op. We keken elkaar even lachend aan, want óh wat waren we blij met onze superhippe communicatie-bevorderende bakken-met-geld-kostende gsm. Toen keken we om ons heen en realiseerden ons dat wij als enige met onze handen in de lucht zaten. Aarzelend haalden we ze omlaag.
De coördinator vervolgde: 'Ik geloof nóoit dat er maar twee van jullie zijn met een mobiele telefoon, dus deze regel geldt voor iedereen: iedere telefoon die zichtbaar of hoorbaar in de klas aanwezig is wordt ingenomen tot nadere maatregelen genomen zijn.'
Ok. Logisch wel. Zelfs nu breng ik mijn college's soms sms-end door, terwijl ik het onderwerp van mijn studie zelf het gekozen. Bij die saaie, opgelegde vakken die in 3vwo aan de orde kwamen, zou dat ongetwijfeld ook zijn gebeurd als die regel niet werd gemaakt. (Nee, die regel overtreden was geen optie. Je telefoon niet kunnen opnemen of een sms niet direct kunnen lezen en beantwoorden is nog áltijd minder erg dan hem voor een onbepaalde tijd moeten missen!)

Maar goed. Daar wilde ik het helemaal niet over hebben. Ik dwaal af.
Waar het me om gaat is dit: wie heeft de regel bedacht dat je niet je vinger mag opsteken in de klas als jouw antwoord op een simpele ja/nee-vraag 'ja' is? En waarom was die regel niet aan ons verteld? Zelfs de twee vriendinnen die achter ons zaten waren op de hoogte van die nieuwe regel, maar wij hadden er nog niets over gehoord?
Waarom bestond die regel? Waarom mag je niet eerlijk zijn op zo'n vraag? Waarom is zoiets stoers als een-mobieltje-hebben niet iets om stoer over te doen op een moment dat de coördinator het zonder bijbedoelingen, gewoon als onderwerpsinleiding, vraagt?
En vooral: waarom begrijp ik het nog steeds niet?

Ik begrijp een hoop van sociale regels hoor. Je peutert niet in je neus waar mensen bij zijn. In je eentje mag het gewoon, net als boeren en scheten laten overigens. In bepaalde situaties doen mensen die laatste twee trouwens wel: vaak zijn dat situaties met mannen en is er bier in het spel. (Veel bier.)
Dan heb je ook nog sociale omgangsregels. Met twee woorden spreken is erg achterhaald: de tijd dat kinderen alleen 'ja' of 'nee' te zeggen hadden als antwoord op een vraag is lang geleden, dus geen kind zal snappen dat je ,meneer of ,mevrouw achter je zin moet plakken als je hem of haar herinnert aan het met-twee-woorden-spreken. Hedendaagse omgangsregels zijn dingen als 'mensen laten uitpraten' en 'dankjewel' zeggen als je iets krijgt. De kleinste kinderen leren ze. En ze zijn logisch, bovendien.

Kennelijk zijn er ook nog onbekende sociale regels. Want ik gok zomaar dat je ook niet het juiste aantal handen in de lucht ziet als je in een 3vwo klas van nu naar GSM-bezit vraagt. Soms horen dingen niet, zonder dat er een duidelijke regel aan vast zit. Ik ben écht geen autist, de meeste dingen begrijp ik echt wel, maar ik ben nog steeds op zoek naar de persoon die me kan uitleggen waarom ik mijn vinger toen niet om had moeten steken.

Wie kan me helpen?

12 januari 2007

Bomen knuffelen

"En dan ga je nadenken over wat er op dit moment in je leven belangrijk is om te leren."
zei één van de twee werkgroepbegeleiders op een open plek tussen de bomen en stuurde ons het bos in. "Jullie hebben drie kwartier de tijd!"
Een kwartier daarvoor zaten we in de kring in een lokaaltje in de kelder van de universiteit, onze werkgroep IBV* was net begonnen. Ons werd verteld dat we onze jas weer aan mochten doen, want we gingen naar buiten.
Na het krijgen van de opdracht liepen we alle twaalf wat ongemakkelijk een willekeurig pad in het bos op. We moesten niet te krampachtig gaan nadenken, want dat zou averechts helpen. Makkelijker gezegd dan gedaan. Mijn ervaring is dat mijn gedachten alle kanten op
vliegen bij dat soort opdrachten en vandaag was daarop geen uitzondering. Eendjes fascineerden me opeens mateloos. De 'nordic walkers' die ik tegenkwam, eisten minstens vijf minuten van mijn tijd op, omdat ik me afvroeg waarom mensen dat nou zo leuk vinden. Tientallen gebeurtenissen schoten als pijlen door mijn hoofd en op het moment dat ik mezelf weer hervond en de opdracht in mijn hoofd herhaalde, merkte ik meteen waarom krampachtig nadenken niet werkt: mijn hoofd bleef leeg. (Om na 10 seconden weer gevuld te worden door onrelevante onderwerpen, gedachten en herinneringen.)
Hopeloos.
Wat wil ik nou leren? Ik heb al zoveel
belangrijks geleerd de afgelopen jaren over mijn leven. Wat moet ik kiezen als er niks te kiezen valt?

Mijn groepsgenootjes dachten daar precies hetzelfde over. Iedereen liep een beetje doelloos door het bos. Sommigen strandden op een bankje, sommigen bleven rondjes wandelen. Maar iedereen die ik tegenkwam zei hetzelfde: dit werkt niet zo. Giechelig liepen we dan weer verder. Dit was toch veel te zweverig? Rondlopen in het bos om over jezelf na te denken? Daar konden we toch niks mee?

Wanhopig ging ik op de helft van de tijd op een bankje zitten. Krampachtig (wat moet je anders?) probeerde ik na te denken. Wat wil ik verbeteren? Wat wil ik veranderen? Waar loop ik tegenaan? Ja, ik stel altijd alles uit. Maar uiteindelijk komt alles goed, dus waarom zou ik dat dan veranderen? Therapeutisch peinsde ik verder. Waarom geeft uitstellen me vaak een vervelend gevoel? Opeens viel het kwartje. Als ik iets uitstel zit ik heen en weer te klikken op internet, of heen en weer te zappen op de TV. Ik doe niks échts leuks. Eigenlijk doe ik nooit meer iets échts leuks. Ik lees niet meer, terwijl ik daar zo van houd. Zou dat door het uitstellen komen? Als ik 's middags doe wat ik anders pas aan het eind van de avond zou doen, omdat ik er zes uur lang tegen aan loop te hikken, zou ik dan 's avonds een boek erbij pakken? Ik vind het het proberen waard.
Half bevroren stond ik op van het bankje. Verkleumd liep ik naar de groep toe. Glimlachend knikte ik toen er werd gevraagd of het allemaal was gelukt.

Nu moet ik bovenstaande nog in een 'leervraag' omzetten.
Gelukkig heb ik daar nog tot dinsdag de tijd voor. Acuut schiet de gedachte idealistisch door mijn hoofd: "Eigenlijk zou ik het vanavond moeten maken." Maar de uitstelleritus zet meteen een keel op. Vanavond kan niet hoor. Waarom niet? Daarom niet. Waarom? Dat kan véél beter morgen...
Ik heb dus nog een hoop te leren.

(*Het raarste vak wat ik tijdens mijn studie krijg is gisteren begonnen. IBV. Interpersoonlijke beroepsvaardigheden. Het is de bedoeling dat we aan het eind van deze cursus een berg vaardigheden bezitten waarmee we een goede, objectieve en vakbekwame psycholoog kunnen worden. Daarnaast is het ook de bedoeling dat we aan onze eigen issues werken. Die moeten ons namelijk niet in de weg komen te staan tijdens therapiesessies. Zoals jullie wel zullen begrijpen is het de bedoeling dat de patiënt ten alle tijden wordt geholpen: als de therapeut iets van de aangekaarte problemen herkent, mag de patiënt daar niks van merken.)


10 januari 2007

Herfst 4.

"Wat een herfstweer", dacht ik toen ik naar buiten keek. De grijze wolken, hangend tot waar mijn zicht zich strekt, werden juist op dat moment één en het werd donker in mijn kamer. Ik heb ze niet geteld, maar binnen een aantal seconden die je op de vingers van één hand zou kunnen tellen, begon het met regenen. Storten, liever gezegd. Vanuit mijn raam zag ik mensen vluchten: de auto in, onder een afdakje.. De pechhebbers accepteerden hun lot dapper. Doorweekt-thuiskomen lag hen in het vooruitzicht. Waarschijnlijk dachten ze aan een grote mok warme chocolademelk, of een lekker kopje thee. Of dat zou ik tenminste doen.
Morgen gaat het stormen. Het KNMI waarschuwt voor zware windstoten in de kustprovincies.
Nóg meer herstweer, dus.
En dat allemaal in de winter...