27 maart 2008

Niet 100% tevreden...

Ik zat op die ongemakkelijke stoel, in een nog ongemakkelijkere houding en probeerde mijn ogen precies voor de lenzen in het brilachtige ding van de opticien te houden. Briláchtig... want zo groot en zo zwaar als dat ding is, zou voor geen enkele neus geschikt zijn. Gelukkig voor mij (en alle anderen die de opticien-ervaring met mij delen -veel natuurlijk-) zit dat brilachtige ding aan een stang vast, dus hoefde mijn neus geen grammetje van het gewicht ervan te dragen.

Ik klaagde over de kleine letters die sommige docenten tijdens colleges in hun presentaties gebruiken, en ik klaagde dat ik vaak de enige ben die die lettertjes niet kan lezen. Meneer de opticien knikte begrijpend en liet me wat letters voorlezen. Het ging niet slecht, dat besefte ik al snel, en het nieuws kwam dan ook niet als een verrassing: mijn zicht is met mijn lenzen gewoon 100%. Dat is goed nieuws, natuurlijk. Maar dit goede nieuws lost mijn leesproblemen tijdens colleges niet op. De begrijpende opticien snapte dat en legde uit dat er ook mensen zijn die (bijvoorbeeld) 120% zien. Mijn oren klapperden. Dat getalletje kan ik wiskundig gezien niet begrijpen. Waarom wordt mijn kennelijk-niet-perfecte-zicht 100% genoemd, terwijl het kennelijk nog beter kan? En waarom kunnen ze geen lenzen voor mij maken die mij richting die 120% helpen?

Omdat ik ook best wel begrijpend kan zijn, begreep ik dat de begrijpende opticien geen antwoord zou kunnen geven op mijn vervolgvragen en dat ik het met 100% zou moeten doen.

100%... een percentage waarover ik niet zou moeten klagen. En ik zou het ook niet eens in mijn hoofd halen, als ik niet zou weten dat er mensen beter bedeeld zijn. Maar nu... ben ik toch niet 100% tevreden.

4 maart 2008

Koekje van eigen deeg.

'Voorbij' van Marco Borsato en Do. Een liedje van minstens 6 jaar oud. Misschien dat de meisjes het net hadden ontdekt, misschien dat dit al 6 jaar lang hun favoriete nummer is... ik weet het niet. Maar wat ik wel weet is dat ze het in de coupé in de trein waar ik vanmiddag mee naar huis reed herhaaldelijk en hard door de luidspreker van één van hun telefoons afspeelden. Een van hen zong telkens ook een aantal regels mee. In Idols zou Gordon lachend op de grond hebben gelegen, ik weet het zeker. Compleet toondoof.

Ik irriteerde me. En ik was niet de enige, denk ik. Maar niemand zei er iets van. Ik had het vermoeden dat de meisjes reactieloos door zouden gaan met zingen als iemand hen zou verzoeken hun koptelefoon te gebruiken zodat niet heel de coupé naar dezelfde muziek hoefde te luisteren. Iemand met een overdosis lef zou gewoon net zolang discussiëren en ruzie maken totdat hij gelijk had gekregen van de lawaaierige meiden. Ik ben niet zo iemand. Bovendien weet ik dat mijn emoties hoog zouden oplaaien, wat voor reactie de meisjes ook zouden geven. En dat had ik er niet voor over. Zo erg was mijn irritatie ook weer niet. (Het grootste nadeel van de situatie was achteraf gezien dat ik het liedje nu in mijn hoofd heb zitten.)

Hoe dan ook... tijdens het luisteren en mezelf irriteren was ik een beetje aan het fantaseren hoe je zo'n situatie op een manier kon oplossen waarbij je wél zeker weet dat de meisjes zouden luisteren. En ik bedacht de meest briljante oplossing, al zeg ik het zelf.
Mijn telefoon kan ook hard en op mijn telefoon staat ook muziek. Dus mocht ik ooit nog eens zo'n overdosis lef hebben, zal ik zo dicht mogelijk bij de muziek-luisteraars gaan zitten, mijn telefoon erbij pakken en keihard een ander liedje opzetten. In mijn gedachten zag ik de blik in hun ogen al, samen met hun opengevallen monden...

Wat zou dat geweldig zijn hè? Een koekje van eigen deeg, in een modern jasje. Als ik het ooit uitprobeer horen jullie het.