27 november 2008

Invalide?

Hij parkeerde zijn auto op de invalidenparkeerplaats. Samen met twee anderen stapte hij uit. Hij sleepte met zijn rechtervoet. Moeizaam nam hij het opstapje de stoep op en schuifelend zette hij zijn weg naar de deur van de supermarkt voort.

Na een meter of drie bleef hij staan en lachte hard. Zijn vrienden deden mee.

Zijn rechtervoet draaide recht en sloot zich aan bij de linker. 'Wonder boven wonder' liep hij normaal, rechtop en volledig mobiel verder.




Wat een Sukkel.
Asociaal zo'n parkeerplek inpikken én respectloos een invalide nadoen.
Hopelijk wacht hem een flinke boete na het boodschappen doen. En hopelijk voor hem komt boontje niet om zijn loontje, anders draait hij binnenkort legaal zo'n parkeerplaats op.

24 november 2008

Trein perikelen.

Gisteren toen de wereld wit was, vreesde ik al dat mijn treinreis naar Leiden vandaag een uitdaging zou worden. Opgelucht haalde ik dan ook adem toen vanmorgen bleek dat al dat witte als sneeuw voor de zon was verdwenen. Vol goede moed stapte ik in de bus naar de trein.

Helaas. Heel perron 2 stond vol wachtende mensen met een geïrriteerde blik. Er was al een tijdje geen trein geweest, dat was duidelijk. Toen een omroepstem meedeelde dat er twee treinen uitvielen en dat de volgende trein alweer 10 minuten vertraging had, besloot ik de metro te pakken naar Centraal Station. Dan haalde ik precies mijn geplande trein en zou nog op tijd bij mijn college aanwezig kunnen zijn.

Alweer helaas. Een groot aanplakbiljet bij de ingang van het station, een onophoudelijke omroepstem en overal cirkeltjes van mensen om het NS-personeel heen vertelde me al hoe laat het was. Wegens uitgelopen werkzaamheden reden er minder treinen tussen Rotterdam en Den Haag. ''Minder? Géén dus'' was mijn eerstvolgende, hopeloosmakende, gedachte, want het aankondigingenscherm bij het perron was helemaal leeg.

Hulpbehoevend sloot ik me aan bij één van de groepjes mensen. De paar woorden die ik opving gaven hoop. "Zei u nou net dat de intercity's naar Amsterdam wèl gewoon rijden?", vroeg ik voor de zekerheid aan een tewoordstaand persoon. Ze antwoordde bevestigend en in gedachten huppelend liep ik de trap op naar het perron.

De trein arriveerde precies op tijd. Ik nestelde me in een stoel en bedacht nog even opgelucht dat ik gewoon op tijd in Leiden zou zijn.

Vijf minuten later stonden we echter nog steeds stil. Om me heen hoorde ik verschillende personen opmerken dat het nou wel erg lang duurde. Eén van hen wist toe te voegen dat er één station terug nog was medegedeeld dat het niet zeker was of deze trein wel verder zou rijden.
Leuk. Ik probeerde me te herinneren hoe laat de eerstvolgende trein naar Gouda zou vertrekken, om uiteindelijk met een omweg in Leiden aan te komen, maar het overwegen van mijn andere reismogelijkheden werd onderbroken door een stem uit de intercom:
"Dames en heren, we wachten nog op een conducteur. Zodra deze er is, zullen we vertrekken. Sorry voor het ongemak."

(15 minuten later vertrokken we. Het college moest zonder mij beginnen.)



Ach. Morgen weer een kans. De kans is klein dat er dan weer een conducteur mist omdat hij zich verslapen heeft/zijn fluitje kwijt was/de spoorwijzigingen niet meer begreep/dacht: 'opeens weet je het, je wordt postbode'.

21 november 2008

Kikkervisje

Mijn leraar geschiedenis in de tweede klas van de middelbare school vertelde het me al:

"jij hebt het concentratievermogen van een geestelijk gestoord kikkervisje!"

Het is niet de waarheid van die opmerking, maar eerder de hilariteit ervan die ervoor heeft gezorgd dat ik me hem nu nóg herinner. We lagen elkaar niet. (En met 'niet' bedoel ik 'écht niet'.)


Echter: hij sloeg de spijker op zijn spreekwoordelijke kop. Want ieder wissewasje leidt mij af van mijn werk. Elk geluid trekt mijn aandacht. Alle gedachten die in mij op komen volg ik machteloos.


Mijn blik dwaalt langs de letters in mijn boek.
Regel voor regel,
net alsof ik lees.

Zo begin ik,
keer op keer,
bovenaan die pagina.

Niet wetend,
wat er staat,
of wat er wordt gezegd.

Een nieuwe poging!
Maar nee...

Te diep.
In gedachten.

10 november 2008

Goedmakertje

Er valt een hoop te zeuren over treinen in deze tijd van het jaar. Net zo jaarlijks als blaadjes van bomen vallen, valt het voor reizigers tegen om van A naar B te komen. Vertragingen wegens gladde sporen door gevallen bladeren zijn de genoemde oorzaak.

Maar, ook weer ieder jaar, is er een goedmakertje. Want terwijl de vertragingsmededelingen me om de oren vlogen vanmorgen, de mensen zuchtend op deze berichten reageerden en gevallen bladeren wonderlijk genoeg niet te zien waren in de buurt van de rails, stond ik in de rij bij de kiosk:
er is weer wintercappuccino!


5 november 2008

Wat zou jíj doen?

Winkelen gingen we. Mijn mama en ik.

Vlak voor de ingang van het winkelcentrum stopte ze abrupt. Geschokt keek ze naar de plek waar haar volgende stap zou zijn geland. Ik volgde haar blik. Op de grond kroop een klein vogeltje kreupel in het rond.

We keken elkaar aan en we dachten hetzelfde: zo'n pijnlijdend beestje met uitzichtloos bestaan moet uit zijn lijden verlost worden. "Ik doe dat niet hoor! Dat kan ik niet!" vertelden we elkaar bijna in koor. Na een kleine hapering liepen we enigszins schuldbewust verder...

"We doen wel gewoon alsof we hem niet gezien hebben, goed?" zei mijn moeder.
Ik vond dat een goed plan.



Ons egoïsme redde óns van wat moeilijks, maar redde niet het vogeltje van zijn pijnlijke en langzame dood.
Wat zou jíj doen? Zou je egoïsme winnen? Of zou je zonder twijfelen een paar hinkelpassen op het hoofd van het arme beestje maken...?

3 november 2008

Training geven.

Hij is 6 jaar en druk. (Heel druk.) Kan slecht stilzitten. (Heel slecht.) En ergens aandacht bij houden is slechts kort mogelijk. (Misschien een minuut.)
Ik mag hem trainen. Met als uiteindelijke doel: zijn (school)leven makkelijker maken.


...
Toen ik vorige week de klas binnenkwam om hem op te halen liep hij naar me toe en pakte mijn hand. Samen liepen we naar buiten.
...
Toen we herhaalden wat we vorige week hadden gedaan (5 minuten lang netjes zitten) zei hij dat hij vandaag wel 80 uur stil kon zitten!
...
Lachend probeerde hij me in de maling te nemen. Ik trok een gek gezicht. "GRAPJE!".. riep hij!
...
Als beloning mocht hij vorige week een mooie kaart uitzoeken. Hij koos een kaart met een pauw. Bij binnenkomst in de klas liet hij deze aan zoveel mogelijk klasgenootjes zien. Trots als de pauw die op de kaart stond.
...
Toen ik hem vandaag vroeg welke drie dingen belangrijk zijn voor netjes zitten, gaf hij het perfecte antwoord: rug tegen de leuning, billen op de stoel en voeten op de grond.
...
Vandaag instrueerde ik hem om zo stil mogelijk, op zijn tenen, de klas weer in te lopen, want de rest van de klas was druk en geconcentreerd aan het werk. Het lukte. Muisstil liep hij naar zijn stoel.
...


Geweldig doet hij het. En wat ik doe voelt minstens zo geweldig. Laat mij dit soort dingen maar de rest van mijn leven doen. Zolang ik mogelijkheden creëer voor kinderen die al half zijn opgegeven, vind ik mijn voldoening wel.