26 april 2004

Kleintje

Kleintje was de muis die wij de komende twee weken te logeren zouden hebben gekregen. En Kleintje was leuk. Kleintje kon heerlijk in een holletje in je arm gaan liggen slapen, of liefkozend knabbelen op het topje van je vinger.
Maar dat was vorig jaar. Vorig jaar hebben we een week in oktober op Kleintje gepast. Toen was Kleintje leuk.

Nu werd Kleintje vrijdagavond bij ons binnen gebracht met de boodschap dat we hem maar moesten bewaren als hij dood zou gaan. Wij dachten toen nog dat het een geintje was..
Zaterdagmiddag begon Kleintje opeens raar te doen, hij werd heel stil, en leek epileptische aanvallen te hebben. Daarna ging het eigenlijk alleen maar bergafwaarts. Hij at niet meer en dronk niet meer, liep alleen wat rond in zijn kooi. Zondagochtend lag hij op zijn zij, langzaam ademend, nog steeds schokkend, en moe van het vechten tegen zijn dood. Soms kreeg hij weer energie waarmee hij dan een stukje liep, even over zijn randje heenkeek of wat piepte, maar de oorzaak van deze aandachtstrekkerij was geen honger. De dood wachtte op ons Kleintje.
's Avonds heb ik Kleintje, inmiddels op sterven na dood, met een rietje water geprobeerd te voeren, maar de kracht het door te slikken ontbrak bij hem. Daarna heb ik nog ruim een half uur bij hem gezeten, rustig aaiend, fluisterend dat het goed was, dat hij mocht gaan.

Een uur nadat ik hem terug heb gelegd overleed Kleintje; een muis waar ik eigenlijk niets mee heb gehad, tot zijn laatste drie dagen aanbraken.
Nu is hij dood en voelt het toch alsof ik wat kwijt ben geraakt. Alsof ik iets belangrijks ben verloren. Stom eigenlijk.
Want wie hecht zich nou aan een logeer-muis?

Geen opmerkingen: