Met mijn capuchon over mijn hoofd getrokken liep ik door de miezer-regen zo snel mogelijk naar de bushalte. Koukleumend wachtte ik op mijn rit naar huis.
Ik zag de vrouw al aankomen. Het duurde even voordat ze de drukke weg naar het bushokje was overgestoken. Eenmaal bij mij aangekomen keek ze, duidelijk last-hebbend van het weer, naar mij en toen weer naar de regen.
Toen kwam de vraag die mij zo ontzettend verbaasde:
Heb je er last van als ik onder het afdakje rook?
Nee hoor, antwoordde ik in volle oprechtheid. (Bovendien had ik haar bij een ja-antwoord de regen in gestuurd.)
Een halve seconde later realiseerde ik me opeens hoe bijzonder deze vraag was, ondanks dat hij juist heel gewoon zou moeten zijn. Niemand vraagt ooit in het openbaar of in de buitenlucht of cafeetjes waar je (nu nog) mag roken, of omstanders last hebben van de rook. Deze mevrouw wel. Even wilde ik zeggen dat ik het bijzonder vond en dan vooral bijzonder vriendelijk en meedenkend dat ze dit aan me vroeg, maar ik liet het moment voorbij gaan.
Ik probeerde warm te worden.
Zij genoot van haar sigaretje.
En ik nog even van haar vraag.
2 opmerkingen:
Gek he, hoe bijzonder normale dingen soms kunnen zijn?
Zelfs als zwangere vrouw hoef je blijkbaar niet te verwachten dat men rekening met je houdt als er een sigaret wordt opgestoken. Dus dit vind ik wel héél bijzonder.
Een reactie posten