17 september 2006

Beestjes.

Na een weekendje bos met een groep lieve mensen, zonder geluid van auto's, lawaai van massa's mensen en andere stedelijke ongemakken, ben ik toch weer blij dat ik terug ben in het vertrouwde Rotterdam. Niet om die mensen hoor, maar om de Beestjes.
Het is niet zo dat ik panisch ben op het moment dat er een vliegje voor mijn neus vliegt of een wesp rond mijn hoofd zoemt, dat is het niet. Ik heb het meer over die kleine kriebelbeestjes die via je voeten en benen aan de tocht naar boven beginnen en die je vaak pas veel later ontdekt dan je zou willen. Het idee dat deze tussen mijn kleren en mijn huid terecht zouden komen veroorzaakt spontaan jeuk.
Teken vind ik bijvoorbeeld eng. Ze laten zich op je vallen en zoeken dan het lekkerste plekje op je lichaam om dat maar eens even leeg te zuigen. Brr... ik moet er niet aan denken dat ik zo'n zwarte pukkel onder mijn oksel vind morgen onder de douche.

Afgelopen weekend viel het best mee. De spinnen die ik ben tegengekomen waren niet eng én niet dichtbij (wat ze natuurlijk ook minder eng maakt), de muggen vonden mij minder lekker dan de anderen, dus daar had ik ook geen last van en de enige wesp die ons kwam opzoeken was met een paar handbewegingen weggejaagd, waarna hij gelukkig ook begreep dat hij niet meer welkom was. Geen enge Beestjes dus dit weekend, kon ik op de terugweg al concluderen.

Ik had het mis. Nou ja, misschien dan. Want net, toen ik mijn laptop aanzette en mijzelf installeerde om mijn mails van dit weekend te gaan bekijken, zag ik op een kleine afstand van mijn rechteroog wat naar beneden zakken. Begrijpend dat er een draadje aan te pas kwam greep ik op de plek waar ik vermoedde dat het draadje zich bevond en een halve seconde later had ik een gelig soort rupsje van nog geen centimeter aan een gesponnen draadje wat uit zijn achterkant leek te komen vast. Ik wist niet dat rupsen draadjes sponnen om zich te verplaatsen, en daarnaast had ik ook nog nooit zo'n klein en geel rupsje gezien. Reden genoeg om mijn conclusie in te trekken en er een onderzoekje aan te wijden. Morgen onder de douche ga ik ieder kiertje en holletje van mijn lichaam controleren op beestjes (voor zover mijn lenigheid dat toelaat) en ga ik mijn haar zo goed wassen dat eventuele broertjes en zusjes van het gele rupsje (dat nu overigens geplet in mijn vuilnisbak ligt) de shampoo niet overleven.

Brrr... Beestjes. Geef mij maar Rotterdam.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Ik hoef denk ik geen commentaar te geven he :P


IK HAAT BEESTJES! (maar goed dat was al bekend)

Anoniem zei

Nou, in Rotterdam heb je ook beetjes hoor. Kakkerlakken, spinnen, mieren, muggen, maden, pissebedden en al die gore beesten die het juist heerlijk vinden om zich tegoed te doen aan al het afval dat zo'n grote stad elke dag weer achterlaat.